ECLI:NL:GHLEE:2002:AD9274
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P. Pruiksma
- L. Lorist
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring in belastingzaak X BV
Op 8 februari 2002 heeft het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij X BV in verzet kwam tegen een eerdere uitspraak van de eerste enkelvoudige belastingkamer van 11 januari 2002. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het jaar 1999, opgelegd door het hoofd van de eenheid grote ondernemingen van de belastingdienst te Haren. De gemachtigde van X BV had het beroepschrift te laat ingediend, namelijk op 18 december 2001, terwijl de uitspraak van het hoofd gedateerd was op 5 november 2001. Dit betekent dat het beroepschrift niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van zes weken was ingediend.
In het verzetschrift dat op 21 januari 2002 is ingekomen, stelde de gemachtigde dat de vertraging te wijten was aan de ziekte van zijn vrouw, waardoor hij niet in staat was om tijdig te handelen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de omstandigheden die tot de vertraging hebben geleid, niet aan de belanghebbende zelf kunnen worden toegeschreven. Hierdoor kon het hof niet oordelen dat X BV redelijkerwijs niet in verzuim was.
Het hof heeft geconcludeerd dat de gemachtigde van belanghebbende niet om een hoorzitting had gevraagd en dat er geen aanleiding was om hem uit eigen beweging te horen. Gezien de feiten en omstandigheden heeft het hof het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door vice-president P. Pruiksma, in tegenwoordigheid van griffier L. Lorist, en ondertekend door beide partijen.