ECLI:NL:GHLEE:2002:AD9624
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- prof. mr. Aardema
- mr. De Jong-Braaksma
- mr. Drion
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen leges voor gedoogbeschikking in milieurechtelijke context
In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende tegen de kennisgeving van Gedeputeerde Staten (GS) van Fryslân, waarin leges voor de afgifte van een gedoogbeschikking werden opgelegd. De belanghebbende had op 26 april 1999 een gedoogbeschikking aangevraagd voor het storten van baggerspecie in de Waddenzee, wat noodzakelijk was voor het uitdiepen van de passantenhaven te L. De leges voor deze gedoogbeschikking bedroegen ƒ 6.585, inclusief publicatiekosten. Na een bezwaarprocedure, waarin GS de kennisgeving handhaafde, werd het beroep van belanghebbende ingediend op 13 april 2000. Tijdens de zittingen op 22 februari 2001 en 21 januari 2002 werden de standpunten van beide partijen besproken. Belanghebbende stelde dat op basis van de Wet milieubeheer geen leges geheven mochten worden voor de gedoogbeschikking, terwijl GS aanvoerden dat de leges wel geheven konden worden omdat de gedoogbeschikking niet direct op de Wet milieubeheer was gebaseerd. Het hof oordeelde dat de gedoogbeschikking inderdaad krachtens de Wet milieubeheer was genomen, waardoor het heffen van leges in dit geval niet toegestaan was. Het hof verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond, vernietigde de eerdere uitspraak van GS en gelastte de terugbetaling van het griffierecht aan belanghebbende.