ECLI:NL:GHLEE:2002:AD9875
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Pruiksma
- A. Huiskes
- J. Fransen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voorlopige aanslag Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
Op 1 maart 2002 heeft het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, een zelfstandige, in beroep ging tegen een voorlopige aanslag voor de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) voor het jaar 1998. De zaak was ontstaan na een bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag die door de inspecteur was gehandhaafd. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 november 2001, waarbij belanghebbende en de inspecteur aanwezig waren. De uitspraak van het hof volgde op een verzoek van belanghebbende om de eerdere mondelinge uitspraak schriftelijk vast te leggen.
De feiten van de zaak tonen aan dat belanghebbende en haar echtgenoot een maatschap vormen en dat belanghebbende een arbeidsongeschiktheidsverzekering had afgesloten. De inspecteur had een voorlopige aanslag opgelegd op basis van de aangifte van belanghebbende, die een winst uit onderneming van ƒ 118.233,-- had aangegeven. In geschil was of deze aanslag terecht was opgelegd. Het hof overwoog dat belanghebbende van rechtswege verzekerd was voor de WAZ en dat zij de verschuldigde premie moest betalen.
Het hof oordeelde dat het beroep van belanghebbende ongegrond was. Belanghebbende had aangevoerd dat de WAZ onredelijk en discriminerend was, en dat deze in strijd was met het vrije verkeer van goederen en diensten volgens Europese regelgeving. Het hof concludeerde echter dat de wetgever in redelijkheid had kunnen besluiten dat de verzekerden onder de WAZ niet in gelijke omstandigheden verkeerden als niet-verzekerden. De WAZ was volgens het hof niet in strijd met de Europese regelgeving, en de argumenten van belanghebbende werden verworpen. De uitspraak werd ondertekend door de vice-president en de griffier.