ECLI:NL:GHLEE:2002:AE1866
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- prof. mr. Aardema
- mr. De Jong-Braaksma
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in belastingzaak betreffende WOZ-waarde onroerende zaak
In deze zaak heeft verzoekster, mevrouw X, bezwaar gemaakt tegen een waardebeschikking van de directeur van de sector middelen van de gemeente Skarsterlân, die op 5 maart 2001 was genomen met betrekking tot de onroerende zaak aan de a-straat 20 te Z. Na de uitspraak op bezwaar door de directeur op 9 november 2001, heeft verzoekster beroep ingesteld bij het Gerechtshof Leeuwarden. In het kader van deze beroepsprocedure heeft de heer A van B consultants verzoekster gevraagd om vragen van de taxateur te beantwoorden. Verzoekster heeft vervolgens een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend, waarin zij het hof verzocht om de directeur te verbieden om in de beroepsfase een nader onderzoek in te stellen naar de WOZ-waarde van de onroerende zaak.
De mondelinge behandeling vond plaats op 28 maart 2002, waarbij verzoekster en haar echtgenoot aanwezig waren, evenals de directeur vertegenwoordigd door de heer C. Tijdens deze zitting heeft verzoekster haar pleitnota overgelegd. Het hof heeft vastgesteld dat het bevoegd is om over het verzoek te oordelen, aangezien verzoekster haar woonplaats binnen het rechtsgebied van het hof heeft.
Het hof heeft het verzoek van verzoekster beoordeeld en geconcludeerd dat zij niet verplicht is om in de beroepsfase een taxateur van de directeur toegang te verlenen tot de onroerende zaak. Het hof oordeelde dat het verzoek om een verbod niets toevoegt, omdat een beroepsprocedure niet kan leiden tot een hogere waarde die nadelig zou zijn voor verzoekster. Het hof heeft uiteindelijk besloten dat er geen aanleiding is voor het treffen van een voorlopige voorziening en heeft het verzoek van mevrouw X afgewezen. De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien het hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten.