ECLI:NL:GHLEE:2002:AE2447
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- prof. mr. Aardema
- mr. Drion
- mr. Wolt
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen navorderingsaanslag vennootschapsbelasting door X BV
Op 3 mei 2002 deed het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak in een belastingzaak waarbij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X BV in beroep ging tegen een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1996. De inspecteur had de navorderingsaanslag opgelegd naar een belastbaar bedrag van f. 157.414,--, na eerder een primitieve aanslag van f. 95.184,-- te hebben opgelegd. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslag, maar de inspecteur handhaafde deze bij zijn uitspraak van 3 juli 2000. De zaak kwam voor het hof na een mondelinge behandeling op 20 februari 2002, waar de gemachtigde van belanghebbende en de inspecteur aanwezig waren.
De feiten wezen uit dat de belanghebbende, statutair gevestigd te L, maar feitelijk te Z, zich richtte op de bevordering van de chirurgische praktijk en het beheren van vermogenswaarden. De directeur en enig aandeelhoudster, mevrouw A, had in 1996 haar chirurgische praktijk beëindigd. In dat jaar had belanghebbende stortingen gedaan op een bankrekening ten name van de heer B, de echtgenoot van mevrouw A, die deze gelden vervolgens op een beleggingsrekening van Effectenbank C had gestort, welke rekening op naam van mevrouw A stond. De inspecteur stelde dat de waardedaling van de aandelen niet ten laste van het resultaat van belanghebbende kon komen, omdat de beleggingen niet door de vennootschap waren verricht.
In het geschil was de kernvraag of de waardedaling van de effecten ten laste van het resultaat van belanghebbende moest komen. Het hof oordeelde dat de stelling van belanghebbende, dat de effecten abusievelijk niet op haar naam stonden, niet aannemelijk was gemaakt. De bewijslast lag bij belanghebbende, en het hof concludeerde dat de navorderingsaanslag terecht was opgelegd. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten aan de inspecteur opgelegd.