ECLI:NL:GHLEE:2002:AE2679
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Streppel
- H. Knijp
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis in een civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 8 mei 2002 een arrest gewezen in hoger beroep betreffende een incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis. De zaak betreft een geschil tussen [appellant in de hoofdzaak, eiser in het incident] en [geïntimeerde in de hoofdzaak, verweerder in het incident], waarbij de appellant in eerste aanleg als gedaagde was opgetreden. De rechtbank te Leeuwarden had eerder op 3 april 2001 en 5 februari 2002 vonnissen uitgesproken, waartegen de appellant hoger beroep heeft ingesteld. De appellant verzocht in hoger beroep om de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis te schorsen, gezien de financiële positie van de geïntimeerde, die niet had gereageerd op het verzoek om de uitvoerbaarheid bij voorraad niet toe te staan.
Het hof heeft de belangen van beide partijen afgewogen en vastgesteld dat de geïntimeerde geen spoedeisend belang had bij de uitvoering van het vonnis. De appellant had gemotiveerd aangetoond dat de financiële positie van de geïntimeerde problematisch was, wat door de geïntimeerde niet was weerlegd. Het hof oordeelde dat de belangenafweging in het voordeel van de appellant diende uit te vallen, en heeft daarom de tenuitvoerlegging van het vonnis geschorst tot er een eindarrest op het hoger beroep is gewezen. Tevens werd de geïntimeerde veroordeeld in de kosten van het incident, die zijn begroot op 272,27 Euro aan salaris voor de procureur. De zaak is verwezen voor verder procederen in de hoofdzaak naar de rol van 10 juli 2002.