ECLI:NL:GHLEE:2002:AE3606

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
31 mei 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
BK 92/00
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Prof. mr. Aardema
  • Lorist
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kostenveroordeling gemeente Weststellingwerf in belastingzaak

Op 31 mei 2002 deed het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak in een belastingzaak waarbij verzoekster, X, in beroep was gekomen tegen een beschikking van de gemeente Weststellingwerf. De gemeente had aan verzoekster een beschikking opgelegd, waartegen zij bezwaar had gemaakt. Bij schrijven van 10 april 2001 trok verzoekster haar beroep in, omdat de gemeente volledig aan haar bezwaren tegemoet was gekomen. Echter, verzoekster verzocht de gemeente ook om haar te veroordelen in de kosten die zij had gemaakt in verband met de behandeling van het beroep bij het Hof. De gemeente heeft op dit verzoek niet gereageerd, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid was gesteld. Het Hof oordeelde dat op basis van artikel 5aa van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken, er grond was om de gemeente te veroordelen tot een tegemoetkoming in de gemaakte kosten. Het Hof bepaalde deze tegemoetkoming op € 322,--, zowel op basis van het Besluit proceskosten fiscale procedures als op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan door prof. mr. Aardema, vice-president van de eerste enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van de griffier Lorist. De gemeente Weststellingwerf werd veroordeeld tot betaling van de kosten aan verzoekster.

Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK
Nr. 92/00 31 mei 2002
Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, eerste enkelvoudige belastingkamer, op het verzoek van X te Z tot kostenveroordeling van de gemeente Weststellingwerf in de door haar in verband met de behandeling van het beroep bij het Gerechtshof inzake de aan haar opgelegde beschikking als bedoeld in artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken gemaakte kosten.
Verzoekster is in beroep gekomen tegen de bovenvermelde aan haar door de gemeente Weststellingwerf opgelegde beschikking.
Bij schrijven van 10 april 2001 heeft verzoekster dat beroep ingetrokken, aangezien de gemeente volledig aan haar bezwaren tegemoet is gekomen.
Verzoekster heeft bij datzelfde schrijven verzocht de gemeente Weststellingwerf te veroordelen in de door haar terzake van deze procedure gemaakte kosten in verband met de behandeling van het beroep bij het Hof.
De gemeente heeft -daartoe in de gelegenheid gesteld bij schrijven van 12 april 2002- op dat verzoek niet gereageerd.
Op grond van het bepaalde in artikel 5aa van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken vindt het hof grond met betrekking tot de onderwerpelijke procedure de gemeente te veroordelen tot een tegemoetkoming in de door verzoekster terzake van die procedure gemaakte kosten in verband met de behandeling van het beroep bij het hof, welke tegemoetkoming het hof op grond van het bepaalde in het Besluit proceskosten fiscale procedures bepaalt op € 322,--.
Op grond van het bepaalde in artikel 8:75 Algemene wet bestuursrecht vindt het hof grond met betrekking tot de onderwerpelijke procedure de gemeente Weststellingwerf te veroordelen tot een tegemoetkoming in de door verzoekster terzake van die procedure gemaakte kosten in verband met de behandeling van het beroep bij het hof, welke tegemoetkoming het hof op grond van het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht bepaalt op € 322,--.
Het hof, uitspraak doende op het verzoek, veroordeelt de gemeente Weststellingwerf tot een tegemoetkoming in de door verzoekster in verband met het onderwerpelijke beroep bij het gerechtshof gemaakte kosten, te bepalen op € 322,--.
Gedaan op 31 mei 2002 door prof. mr. Aardema, vice-president, lid van de eerste enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van de griffier Lorist en ondertekend door voornoemde vice-president en door voornoemde griffier.
Op 5 juni 2002 afschrift
aangetekend verzonden aan beide
partijen.
De griffier van het Gerechtshof
te Leeuwarden.