ECLI:NL:GHLEE:2002:AE3738
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- Z. Zuidema
- J. Meijeringh
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aansprakelijkheid en opdrachtverlening tussen appellant en geïntimeerde
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen [geïntimeerde] betreffende een geschil over aansprakelijkheid en de uitvoering van een opdracht. De zaak is ontstaan uit een vordering die door de maatschap naar burgerlijk recht [geïntimeerde] aan [appellant] is gesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de vordering niet correct was overgedragen aan een besloten vennootschap, omdat de vereiste mededeling aan [appellant] niet had plaatsgevonden. Hierdoor blijft de maatschap [geïntimeerde] de procespartij.
De appellant heeft in eerste aanleg gesteld dat hij in 1995 opdracht heeft gegeven aan [geïntimeerde] voor juridische bijstand, maar in hoger beroep heeft hij betoogd dat hij enkel met de advocaat [advocaat 1] een overeenkomst heeft gesloten. Het hof heeft de argumenten van [appellant] en [geïntimeerde] zorgvuldig gewogen. Het hof concludeert dat er voldoende bewijs is dat [appellant] zich in 1995 tot [geïntimeerde] heeft gewend voor juridische bijstand, en dat deze bijstand aanvankelijk werd verleend door [registeraccountant] en later door [advocaat 1].
Het hof heeft geoordeeld dat de aansprakelijkheid van [appellant] voor de declaratie van [geïntimeerde] beperkt is tot een derde, omdat de opdracht ook namens twee vennootschappen is gegeven. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank deels vernietigd en [appellant] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.009,86, vermeerderd met wettelijke rente. De kosten van de procedure in eerste aanleg zijn voor rekening van [appellant], terwijl de kosten in hoger beroep voor beide partijen zijn.