ECLI:NL:GHLEE:2002:AE3948
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Drion
- mr. Huiskes
- Wolt
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag en stakingswinst bij verkoop assurantieportefeuille
In deze zaak gaat het om een belastingaanslag die belanghebbende heeft ontvangen voor het jaar 1997, waarbij hij werd aangeslagen naar een belastbaar inkomen van ƒ 1.997.757,-. De inspecteur handhaafde de aanslag na bezwaar, waarop belanghebbende in beroep ging. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 maart 2002, waarbij belanghebbende en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de inspecteur. De inspecteur had eerder een berekening van de verschuldigde belasting ingediend. De uitspraak van het hof vond plaats op 28 maart 2002, waarna belanghebbende verzocht om een schriftelijke uitspraak, waarvoor hij griffierecht heeft betaald.
De feiten van de zaak zijn als volgt: belanghebbende, geboren op 14 december 1954, had tot 1 juli 1997 samen met zijn toenmalige echtgenote een onderneming in de vorm van een man-vrouw firma. Hij had de assurantieportefeuille voorbehouden en verkocht deze op 1 juli 1997 aan B B.V. voor een bedrag van ƒ 200.000,- en jaarlijkse uitkeringen van ƒ 137.500,- tot zijn 65e. De inspecteur stelde de waarde van deze uitkeringen vast op ƒ 1.878.564,-, wat leidde tot een totale koopsom van ƒ 2.078.564,-. Belanghebbende gaf een stakingswinst op van ƒ 1.387.560,-, maar de inspecteur telde een 'meer stakingswinst' van ƒ 691.004,- bij het belastbare inkomen.
Het geschil draait om de vraag of de inspecteur terecht is uitgegaan van de koopsom van ƒ 2.078.564,-. Belanghebbende betoogt dat het werkelijke bedrag dat hij ontving in de jaren 1997 tot en met 1999 ƒ 1.275.000,- was. Het hof oordeelt dat de jaarlijkse uitkeringen als een lijfrente moeten worden gezien en dat de inspecteur de berekening van de totale waarde correct heeft uitgevoerd. Het hof concludeert dat er geen reden is om de stakingswinst te herberekenen, en verklaart het beroep ongegrond.