ECLI:NL:GHLEE:2002:AE5793
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Huiskes
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag inkomstenbelasting 1999 en huurwaardeforfait
In deze zaak gaat het om een belastingaanslag die is opgelegd aan de belanghebbende voor het jaar 1999, waarbij het belastbaar inkomen is vastgesteld op ƒ 113.644,--. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur heeft deze gehandhaafd in zijn uitspraak van 26 januari 2001. De belanghebbende is vervolgens in beroep gegaan bij het Gerechtshof Leeuwarden. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 april 2002 was de inspecteur aanwezig, maar de belanghebbende verscheen niet. Het hof heeft op 22 april 2002 mondeling uitspraak gedaan, waarna de belanghebbende verzocht heeft om een schriftelijke uitspraak.
De belanghebbende, geboren op 1 november 1936, is sinds 1971 eigenaar van een woning in Z, die hem het gehele jaar 1999 als hoofdverblijf ter beschikking stond. De WOZ-waarde van de woning bedroeg ƒ 248.000,-- en er rustte geen hypothecaire schuld op de woning. De belanghebbende betoogde dat het huurwaardeforfait van ƒ 3.310,-- niet in aanmerking moest worden genomen bij het vaststellen van zijn belastbaar inkomen, omdat zijn woning hypotheekvrij was. De inspecteur was het hier niet mee eens.
Het Gerechtshof overwoog dat volgens artikel 42a, eerste lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 het huurwaardeforfait in aanmerking moet worden genomen bij het bepalen van de zuivere inkomsten met betrekking tot de eigen woning. Het hof concludeerde dat de stelling van de belanghebbende, dat het huurwaardeforfait buiten beschouwing moest blijven omdat er geen hypothecaire schuld op de woning rustte, berustte op een onjuiste interpretatie van de wet. Het hof verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond en oordeelde dat de inspecteur gelijk had.
De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd op 12 juli 2002 gedaan door mr. J. Huiskes, raadsheer, in tegenwoordigheid van griffier mevr. mr. M. Hiemstra.