ECLI:NL:GHLEE:2002:AE6289
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Prof. mr. E. Aardema
- mr. H.S. Pruiksma
- mevr. mr. M. Hiemstra
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag inkomstenbelasting 1998 en bezwaarprocedure
In deze zaak gaat het om een belastingaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1998. De belanghebbende, geboren op 8 april 1951, ontving in dat jaar een wachtgelduitkering van ƒ 46.176,-- en had verder geen andere inkomsten uit arbeid. De inspecteur legde een aanslag op naar een belastbaar inkomen van ƒ 41.061,--. Na bezwaar van de belanghebbende werd deze aanslag verminderd tot ƒ 37.894,--. De belanghebbende ging in beroep tegen deze uitspraak, omdat zij meende dat de inspecteur niet tijdig en niet correct had beslist op haar bezwaarschrift.
De mondelinge behandeling vond plaats op 15 mei 2002, waarbij de gemachtigde van de belanghebbende aanwezig was. De inspecteur had eerder al schriftelijk gereageerd op de bezwaren van de belanghebbende. Het gerechtshof oordeelde dat de inspecteur zich aan de wettelijke beslistermijn had gehouden en dat de motivering van de uitspraak op het bezwaarschrift tijdig was verzonden. De belanghebbende had geen bewijs geleverd dat zij de motivering niet had ontvangen.
Het geschil concentreerde zich verder op de vraag of de inspecteur de aanslag terecht had gecorrigeerd. Het gerechtshof oordeelde dat de inspecteur enkele rekenfouten had gemaakt, maar dat deze niet leidden tot een verlaging van het belastbare inkomen. De belanghebbende had geen feiten aangedragen die tot een verdere verlaging van de aanslag konden leiden. Uiteindelijk verklaarde het gerechtshof het beroep van de belanghebbende ongegrond en bevestigde de aanslag zoals deze door de inspecteur was vastgesteld.