ECLI:NL:GHLEE:2002:AE7806
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Prof. mr. Aardema
- Mr. Drion
- Mr. Huiskes
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslagen waterschapslasten en indeling percelen in klasse III of IV
In deze zaak gaat het om de belastingaanslagen in de waterschapslasten voor het jaar 1994 die aan de belanghebbende zijn opgelegd. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslagen, die respectievelijk f 58,15 en f 152,-- bedroegen. Het Hoofd van de afdeling financiën van het waterschap Oost-Veluwe heeft de aanslagen gehandhaafd, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het gerechtshof te Arnhem. Dit hof bevestigde de uitspraak van het Hoofd. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad, die de uitspraak van het gerechtshof te Arnhem heeft vernietigd en de zaak heeft verwezen naar het gerechtshof te Leeuwarden.
Na de verwijzing heeft het hof de heffingsambtenaar in de gelegenheid gesteld om een memorie in te zenden. De gemachtigde van de heffingsambtenaar heeft deze memorie ingediend, maar de gemachtigde van de belanghebbende heeft geen contra-memorie ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 juni 2002 zijn de standpunten van beide partijen toegelicht. De belanghebbende betoogde dat zijn percelen in klasse IV ingedeeld zouden moeten worden op basis van het IWACO-rapport, terwijl de heffingsambtenaar stelde dat de aanslagen ambtshalve waren teruggebracht tot klasse IV.
Het hof heeft overwogen dat de indeling van de percelen in klasse III of IV afhankelijk is van de interpretatie van het IWACO-rapport. De belanghebbende heeft ook het gelijkheidsbeginsel ingeroepen, verwijzend naar een vrijgestelde begraafplaats. Het hof concludeert dat de percelen van de belanghebbende niet tot dezelfde waterstaatkundige eenheid behoren als de begraafplaats, waardoor er geen sprake is van vergelijkbare gevallen. De stelling van de belanghebbende dat de grenzen van het vrijgestelde gebied willekeurig zijn getrokken, is niet aannemelijk gemaakt. Het hof heeft de uitspraak op het bezwaar vernietigd en de aanslagen verminderd, zoals reeds ambtshalve door de heffingsambtenaar was gedaan. Tevens is de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende.