ECLI:NL:GHLEE:2002:AE8353
Gerechtshof Leeuwarden
- Raadkamer
- J. Poelman
- H. Huisman
- M.J. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van kosten van rechtsbijstand in strafzaak na herziening
Op 4 oktober 2002 heeft het Gerechtshof Leeuwarden een beschikking gegeven in een verzoek om vergoeding van kosten van rechtsbijstand door W.V., die in een strafzaak was vrijgesproken. Het verzoek was ingediend na herziening door de Hoge Raad der Nederlanden. W.V. had kosten gemaakt in het kader van het onderzoek en de behandeling van zijn strafzaak, die in totaal € 110.155,89 bedroegen. De kosten waren gespecificeerd in verblijfskosten, reiskosten, tijdverzuim en advocatenkosten. Het hof heeft de kosten beoordeeld en vastgesteld dat de toevoeging van de advocaat onvoorwaardelijk en definitief was, waardoor W.V. geen kosten had gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen. Het hof heeft geoordeeld dat de kosten van rechtsbijstand, die door de toevoeging waren gedekt, niet verder vergoed konden worden. Het verzoek om vergoeding van de kosten van rechtsbijstand werd afgewezen, met uitzondering van een vergoeding van € 9.391,17 voor onkosten die W.V. had gemaakt in het belang van het onderzoek. Het hof heeft ook de kosten van de juridische medewerkster afgewezen, omdat deze niet als kosten van een raadsman konden worden aangemerkt. De beslissing van het hof was gebaseerd op de artikelen van de Wet op de rechtsbijstand en het Wetboek van Strafvordering, waarbij het hof de noodzaak van billijkheid in de beoordeling van de vergoedingen benadrukte.