ECLI:NL:GHLEE:2002:AF0121
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- M. Mollema
- A. Eradus
- J. Meijeringh
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding inzake omgangsregeling en ondertoezichtstelling van minderjarigen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is ingesteld door [appellante] tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen, uitgesproken op 4 april 2002. De zaak betreft de omgangsregeling van de kinderen [kind 1] en [kind 2] en een verzoek tot ondertoezichtstelling van deze minderjarigen. De rechtbank had eerder besloten dat het niet in het belang van de kinderen was om gedwongen contact met [appellante] te herstellen, gezien de onrust die dit zou veroorzaken.
[Appellante] heeft in hoger beroep acht grieven ingediend, waarbij zij onder andere het horen van [kind 3] ter discussie stelt en de schending van het beginsel van hoor en wederhoor door de voorzieningenrechter. Het hof oordeelt dat het belang van de kinderen voorop staat en dat de voorzieningenrechter in eerste aanleg niet heeft miskend dat gedwongen omgang met [appellante] ongewenst is. Het hof bevestigt dat de kinderen, die inmiddels hebben aangegeven geen contact met [appellante] te willen, niet gedwongen kunnen worden om dit contact te herstellen.
Het hof concludeert dat de grieven van [appellante] geen doel treffen en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Het hof belast beide partijen met de eigen kosten, gezien de status van de partijen als gewezen echtelieden. De uitspraak is gedaan door een kamer van het gerechtshof te Leeuwarden op 6 november 2002, met mr. Mollema als voorzitter en mrs. Eradus en Meijeringh als leden.