ECLI:NL:GHLEE:2002:AF0323

• Datum uitspraak: 1 november 2002
• Publicatiedatum: 4 april 2013
• Zaaknummer: BK 402/02
• Instantie: Gerechtshof Leeuwarden
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Bestuursrecht; Belastingrecht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: J. Huiskes
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Beroep tegen de beschikking inzake de waardering van onroerende zaken

Op 1 november 2002 heeft het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak gedaan in een belastingzaak. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 oktober 2002, waarbij de belanghebbende en de gemachtigde van het hoofd van de afdeling financiën van de gemeente Boarnsterhim aanwezig waren. De belanghebbende had een beroep ingesteld tegen de beschikking van het hoofd, die betrekking had op de waardering van een onroerende zaak gelegen aan de a-weg 42 te L. Tijdens de zitting werd de waarde van de onroerende zaak door de belanghebbende vastgesteld op ƒ 359.000,--, een bedrag waarmee de gemachtigde van het hoofd instemde.

Het Gerechtshof heeft vervolgens de kosten van de procedure beoordeeld en op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, het hoofd veroordeeld tot een tegemoetkoming in de proceskosten van de belanghebbende. Deze kosten werden vastgesteld op € 8,40 voor reis- en verblijfskosten, te betalen door de gemeente Boarnsterhim.

In de beslissing verklaarde het Gerechtshof het beroep gegrond, vernietigde de eerdere uitspraak en stelde de waarde van de onroerende zaak vast op ƒ 359.000,-- (€ 162.907,--). Tevens werd gelast dat het hoofd het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 29,-- aan hem vergoedt. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in Leeuwarden en is op 11 november 2002 aan de partijen verzonden.

Uitspraak

BELASTINGKAMER

Nr. 402/02 HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK

1 november 2002

Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, tweede enkelvoudige belastingkamer, op het beroep van X te Z tegen de uitspraak van het hoofd van de afdeling financiën van de gemeente Boarnsterhim (: het hoofd) op het bezwaarschrift van de belanghebbende tegen de ten aanzien van hem genomen beschikking ingevolge de Wet waardering onroerende zaken.

1. De mondelinge behandeling

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het gerechtshof op 18 oktober 2002 te Leeuwarden. Aldaar zijn verschenen en gehoord de belanghebbende alsmede namens het hoofd de heer A. Ter zitting heeft de belanghebbende de door hem voorgedragen pleitnota overgelegd.

2. De gronden voor de beslissing

Ter zitting heeft de gemachtigde van het hoofd verklaard dat hij kan instemmen met de door de belanghebbende voorgestane waarde ad ƒ 359.000,-- van de onroerende zaak gelegen aan de a-weg 42 te L.

3. Proceskosten

Het gerechtshof veroordeelt het hoofd op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht tot een tegemoetkoming in de kosten, die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken, welke kosten het gerechtshof bepaalt op € 8,40 aan reis- en verblijfkosten. Deze kosten dienen te worden gedragen door de gemeente Boarnsterhim.

4. De beslissing

Het gerechtshof

verklaart het beroep gegrond;

vernietigt de uitspraak waarvan beroep;

stelt de waarde van de onroerende zaak gelegen aan de a-weg 42 te L vast op een bedrag van ƒ 359.000,-- (€ 162.907,--);

gelast dat het hoofd het door de belanghebbende betaalde griffierecht ad € 29,-- aan hem vergoedt;

veroordeelt het hoofd de kosten aan de belanghebbende te vergoeden, die deze heeft moeten maken in verband met de behandeling van het beroep, te bepalen op € 8,40 en

wijst de gemeente Boarnsterhim aan als de rechtspersoon die deze kosten dient te dragen.

Aldus vastgesteld en in het openbaar uitgesproken te Leeuwarden op 1 november 2002 door mr. J. Huiskes, raadsheer, plaatsvervangend lid van de tweede enkelvoudige belastingkamer in tegenwoordigheid van de griffier mevr. mr. M. Hiemstra en ondertekend door voornoemde raadsheer en door voornoemde griffier.

Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 11 november 2002