ECLI:NL:GHLEE:2002:AF0336
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W. Wolt
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vastgestelde waarde van onroerende zaak onder de Wet WOZ
Op 8 november 2002 heeft het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak gedaan in een belastingzaak betreffende de waarde van een onroerende zaak, gelegen aan a-straat 12a te Z. De zaak was aangespannen door de heer X, eigenaar en gebruiker van de woning, tegen de beschikking van het hoofd afdeling beheer en uitvoering van de gemeente Franekeradeel. Deze beschikking, gedateerd 16 maart 2001, stelde de waarde van de woning vast op ƒ 274.000,--. Na bezwaar werd deze waarde verlaagd tot ƒ 245.000,--. De heer X was het niet eens met deze vaststelling en stelde dat de waarde te hoog was, waarbij hij een waarde van ƒ 165.000,-- voorstelde.
De mondelinge behandeling vond plaats op 29 juli 2002, waarbij zowel de belanghebbende als vertegenwoordigers van het hoofd aanwezig waren. Tijdens de zitting werd een taxatierapport gepresenteerd, opgesteld door de heer B, die de waarde van de woning op ƒ 246.700,-- stelde. Het hof oordeelde dat het hoofd aannemelijk had gemaakt dat de waarde per 1 januari 1999 niet hoger was vastgesteld dan de waarde in het economische verkeer. Het hof baseerde zijn oordeel op de vergelijkingen met referentiewoningen en concludeerde dat de door het hoofd vastgestelde waarde gerechtvaardigd was.
In de overwegingen van het hof werd benadrukt dat de referentiewoningen, die vergelijkbaar waren met de woning van de heer X, een onderbouwing vormden voor de vastgestelde waarde. Het hof verwierp de argumenten van de heer X over de onvergelijkbaarheid van zijn woning met de referentiewoningen en de ligging van de woning. Het hof concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de waardevaststelling konden ondermijnen. Uiteindelijk verklaarde het hof het beroep van de heer X ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten.