ECLI:NL:GHLEE:2002:AF0341
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Drion
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag inkomstenbelasting en kosten tuinaanleg
In deze zaak gaat het om een belastingaanslag die is opgelegd aan de belanghebbende voor het jaar 1998, waarbij het belastbaar inkomen is vastgesteld op f.41.369,--. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur heeft deze bij uitspraak van 20 maart 2001 gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld, waarbij het beroepschrift op 3 april 2001 is ingekomen en op 12 maart 2002 is aangevuld. De zaak is behandeld op de zitting van 15 augustus 2002, waar zowel de belanghebbende als de inspecteur aanwezig waren. De belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota overgelegd en verzocht om een schriftelijke uitspraak.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de belanghebbende was in het boekjaar 1997/1998 agrarisch ondernemer. In het voorgaande boekjaar zijn er werkzaamheden uitgevoerd die de tuin van de belanghebbende hebben aangetast, wat leidde tot de aanleg van een nieuwe tuin met een vijver, waarvoor kosten van f. 23.301,-- zijn gemaakt. De centrale vraag in deze procedure is of deze kosten voor de aanleg van de tuin en vijver ten laste van de winst kunnen worden gebracht.
Het hof overweegt dat volgens artikel 42a van de Wet op de inkomstenbelasting alleen kosten die een component vormen bij de berekening van forfaitaire bedragen in aftrek kunnen worden toegelaten. De kosten van de tuinaanleg vallen niet onder deze regeling, aangezien ze niet als kosten van de onderneming worden erkend. Het hof concludeert dat het beroep van de belanghebbende ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de inspecteur. Er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is op 8 november 2002 gedaan en op 13 november 2002 aan beide partijen verzonden.