ECLI:NL:GHLEE:2002:AF0980
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Boon
- W. Wachter
- A. van Eck
- M. Mollema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake alimentatie en draagkracht na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 20 november 2002 uitspraak gedaan in hoger beroep over de alimentatieverplichting van de man jegens de vrouw na hun echtscheiding. De man, woonachtig in Frankrijk, had in beroep de eerdere beschikkingen van de rechtbank Leeuwarden betwist, waarin zijn bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw was vastgesteld op 453,78 Euro per maand. De man voerde aan dat de rechtbank ten onrechte had aangenomen dat hij belastingplichtig was in Nederland en dat zijn maandlasten voor schulden niet correct waren meegenomen in de berekening van zijn draagkracht.
Het hof heeft de argumenten van de man beoordeeld, waaronder zijn stelling dat hij in Frankrijk woont en daar een WAO-uitkering ontvangt, waarover in Nederland geen belasting meer wordt geheven. De vrouw betwistte de hoogte van de door de man opgevoerde schulden en stelde dat deze niet tijdens het huwelijk waren ontstaan. Het hof oordeelde dat de man onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stellingen over zijn financiële situatie en de noodzaak van zijn schulden.
Uiteindelijk heeft het hof de bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw verlaagd naar 209,19 Euro per maand, met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. Het hof bekrachtigde de tussenbeschikking van de rechtbank, vernietigde de eindbeschikking en bepaalde dat iedere partij de eigen kosten van de procedure draagt. Deze uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in alimentatiezaken en de beoordeling van draagkracht na echtscheiding.