ECLI:NL:GHLEE:2003:AF9027
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Zwerwer
- J. Weenink
- M. Roes
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens overtreding van de Wet op de accijns
Op 22 mei 2003 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank van het arrondissement Assen, dat op 4 oktober 2002 was gewezen. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor een misdrijf, waarbij hem ten laste was gelegd dat hij het verbod in artikel 91, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wet op de accijns had overtreden. Dit verbod houdt in dat het niet is toegestaan om halfzware olie en gasolie, die zijn voorzien van herkenningsmiddelen, voorhanden te hebben in de brandstoftank van een motorrijtuig.
Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat de verdachte op de passagiersstoel zat van een motorrijtuig dat volledig in eigendom toebehoorde aan zijn vrouw. De verdachte heeft verklaard dat zijn vrouw het voertuig bestuurde op het moment dat de overtreding zou hebben plaatsgevonden. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid van deze verklaring te twijfelen, en concludeert dat de ambtenaren van de Belastingdienst/Douane de echtgenote van de verdachte als de werkelijke verdachte hadden moeten aanmerken.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters in de zaak aanwezig waren. De beslissing is genomen na zorgvuldige overweging van het onderzoek ter terechtzitting en de relevante wetgeving.