ECLI:NL:GHLEE:2003:AG5589

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
4 juni 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
WAHV 03-00346
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Dijkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overschrijding van de maximumsnelheid in verband met noodsituatie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 4 juni 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank te Amsterdam, die op 14 januari 2003 het beroep van de betrokkene ongegrond had verklaard. De betrokkene, die als kentekenhouder was aangesproken, had een administratieve sanctie van fl. 220,- (Euro € 99,83) opgelegd gekregen wegens overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen. De overtreding vond plaats op 15 november 2001 om 21.14 uur op de A-10 Noord te Amsterdam, waar de betrokkene meer dan 25 km/h te snel reed.

De betrokkene erkende de snelheidsovertreding, maar voerde aan dat hij door overmacht gedwongen was om te snel te rijden. Hij stelde dat de gezondheidstoestand van zijn vader, die in kritieke toestand in het ziekenhuis was opgenomen, hem noopte om zich met spoed naar het ziekenhuis te begeven. Het hof overwoog dat, hoewel het begrijpelijk is dat de betrokkene in deze omstandigheden de maximumsnelheid heeft overschreden, de geschetste omstandigheden niet van zodanig gewicht waren dat dit het opleggen van een administratieve sanctie niet billijkte of aanleiding gaf tot matiging van de sanctie.

Het hof benadrukte dat het overschrijden van de maximumsnelheid een gevaar voor andere weggebruikers met zich meebrengt en dat niet is aangetoond dat de snelheidsovertreding noodzakelijk was gezien de gezondheidstoestand van de vader van de betrokkene. Het hof verwees ook naar het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, dat alleen voorrangsvoertuigen toestaat om af te wijken van de maximumsnelheid in het kader van hun taak.

Uiteindelijk bevestigde het hof de beslissing van de kantonrechter, waarmee de opgelegde sanctie in stand bleef. Dit arrest is gewezen door mr. Dijkstra, in tegenwoordigheid van mr. Bijma als griffier, en werd uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

WAHV 03/00346
4 juni 2003
CJIB 89047544707
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank te Amsterdam
van 14 januari 2003
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene is in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
3. Beoordeling
3.1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van fl. 220,- (Euro€ 99,83) opgelegd ter zake van "overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen (verkeersbord A1); meer dan 25 km/h en t/m30 km/h", welke gedraging zou zijn verricht op 15 november 2001 om 21.14 uur op de A-10 Noord HMP 7.9 te Amsterdam.
3.2. De betrokkene ontkent niet als bestuurder de gedraging te hebben verricht, maar stelt dat de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden het opleggen van een administratieve sanctie niet billijken. Daartoe voert hij aan, dat hij door overmacht gedwongen te snel heeft gereden, aangezien de gezondheidstoestand van zijn vader hem noopte zich te spoeden naar het ziekenhuis waar zijn vader in kritieke toestand was opgenomen. Het tijdstip waarop zijn vader is opgenomen en het tijdstip waarop de gedraging is geconstateerd liggen enkele uren na elkaar omdat hij niet eerder bereikt kon worden. Echter zodra het bericht van de opname van zijn vader hem bereikte is hij met grote spoed naar het ziekenhuis in Hoorn gereden.
3.3. Hoewel het niet onbegrijpelijk is dat een bestuurder in de door de hem geschetste omstandigheden ten aanzien van de toestand van zijn vader de maximumsnelheid overschrijdt, zijn de door de bestuurder geschetste omstandigheden niet van zodanig gewicht, dat deze het opleggen van een administratieve sanctie niet billijken dan wel dat deze aanleiding dienen te zijn tot matiging van de opgelegde sanctie. In aanmerking dient immers te worden genomen dat overschrijding van de maximumsnelheid met een motorvoertuig een gevaarzetting voor andere weggebruikers pleegt mee te brengen en dat niet is gebleken dat op het voormelde tijdstip de overschrijding van de maximumsnelheid met het oog op de gezondheidstoestand van de vader van de bestuurder noodzakelijk was. In dit verband wijst het hof er op dat het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 slechts aan voorrangsvoertuigen, die de voorgeschreven optische en geluidssignalen voeren, toestaat in algemene zin af te wijken van de voorschriften van het RVV 1990 (waaronder het voorschrift zich te houden aan de maximumsnelheid) voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist.
3.4. Gelet op het vorenoverwogene zal het hof de beslissing van de kantonrechter bevestigen.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. Dijkstra, in tegenwoordigheid van mr. Bijma als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.