ECLI:NL:GHLEE:2003:AH9572
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Huiskes
- F.J.W. Drion
- G.M. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslag in het recht van successie en de verkrijging door erfgenamen
Op 4 juli 2003 heeft het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak betreffende een navorderingsaanslag in het recht van successie voor het jaar 1997. In geschil was of mevrouw B een verkrijging van f 7.500,- of f 28.500,- had ontvangen. De belastingdienst had een navorderingsaanslag opgelegd aan de erven van mevrouw X, waarbij de verkrijgingen van f 7.500,- en f 28.500,- waren belast. De belanghebbenden, de erven van mevrouw X, maakten bezwaar tegen deze aanslag en stelden dat de verkrijging van mevrouw B lager moest worden vastgesteld.
Het hof heeft vastgesteld dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij uitspraak heeft gedaan op het bezwaar van de belanghebbenden. Hierdoor werd het beroep ontvankelijk geacht. Tijdens de zittingen werd duidelijk dat de inspecteur een boekenonderzoek had ingesteld bij de eenmanszaak van de echtgenoot van mevrouw B, waaruit bleek dat er onterecht hogere bedragen waren opgegeven. De inspecteur had eerder een bedrag van f 31.500,- als schenking aangemerkt, wat door het hof onherroepelijk was vastgesteld.
Het hof concludeerde dat er geen reden was om de verkrijging door mevrouw B lager te stellen dan f 28.500,-, maar dat er wel rekening moest worden gehouden met de verrekening van schenkingsrecht. Uiteindelijk werd het totaal te betalen bedrag van de navorderingsaanslag verminderd van f 22.570,- met f 11.784,- tot f 10.786,-. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbenden, vastgesteld op € 1.207,50, te betalen door de Staat der Nederlanden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de griffier.