ECLI:NL:GHLEE:2003:AO0629
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Knijp
- J. Mollema
- M. de Bock
- A. Streppel
- Rechtspraak.nl
Terugvordering onverschuldigde betaling van extra vervroegd pensioen door Stichting DOW Pensioenfonds
In deze zaak vorderde de Stichting DOW Pensioenfonds terugbetaling van onverschuldigde betalingen die [appellant] had ontvangen op basis van artikel 15 van het Pensioenreglement van 1 januari 1997. Dit betrof een bedrag dat [appellant] ten onrechte had ontvangen naast een WAO-uitkering. De kantonrechter was in eerste instantie bevoegd om kennis te nemen van de vordering, zoals bepaald in artikel 33 van de Pensioen- en spaarfondsenwet. Het geschil was in eerste aanleg aanhangig gemaakt vóór 1 januari 2002, en [appellant] had geen exceptie van onbevoegdheid opgeworpen. De rechtbank te Assen had vóór en na deze datum tussenvonnissen en een eindvonnis gewezen, wat leidde tot de vraag of de rechtbank als hoogste rechter had recht gesproken op basis van artikel 157 oud Rv.
Het Gerechtshof Leeuwarden oordeelde dat de rechtbank op grond van artikel VII lid 1 van de Wet tot herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, het oude procesrecht van toepassing bleef op de verdere behandeling van de zaak. Dit betekende dat artikel 157 oud Rv van toepassing was op het eindvonnis van de rechtbank van 7 mei 2002. Het hof concludeerde dat de rechtbank als hoogste rechter had recht gesproken, ondanks dat het nieuwe procesrecht van toepassing was op de mogelijkheid van rechtsmiddelen tegen beslissingen van de rechtbank na 1 januari 2002.
Uiteindelijk verklaarde het hof beide partijen niet ontvankelijk in hun hoger beroep en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten van het geding in hoger beroep droeg. De uitspraak werd gedaan op 17 december 2003 door het Gerechtshof Leeuwarden, waarbij de rechters A. Knijp, J. Mollema, M. de Bock en vice-president A. Streppel betrokken waren.