ECLI:NL:GHLEE:2004:AO1709
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Prof. mr. E. Aardema
- Mw. mr. M. Hiemstra
- Rechtspraak.nl
Terechtheid van de aanslag forensenbelasting opgelegd aan de belanghebbende
In deze zaak staat de vraag centraal of de aanslag forensenbelasting die aan de belanghebbende is opgelegd voor het jaar 2002 terecht is. De belanghebbende, eigenaar van een gemeubileerde recreatiewoning in de gemeente Boarnsterhim, ontving een aanslag van € 378,12. Na bezwaar tegen deze aanslag, dat door het hoofd van de afdeling financiën werd gehandhaafd, is de belanghebbende in beroep gegaan bij het Gerechtshof Leeuwarden. Tijdens de zitting op 13 november 2003 werd besloten om de zaak zonder mondelinge behandeling af te doen, waarbij de belanghebbende en zijn echtgenote aanwezig waren.
De belanghebbende betoogde dat er sprake was van rechtsongelijkheid, omdat andere eigenaren van recreatiewoningen in het park, die hun woning permanent bewoonden, geen aanslag forensenbelasting kregen. Hij voerde ook aan dat de kosten van de infrastructuur door de Vereniging van Eigenaren werden gedragen, wat zijn situatie uniek maakte. Het hoofd van de afdeling financiën verdedigde de aanslag door te stellen dat de Gemeentewet het heffen van zowel onroerende-zaakbelasting als forensenbelasting toestaat, en dat er geen sprake was van gelijke gevallen die een gelijke behandeling vereisen.
Het Gerechtshof oordeelde dat de aanslag in overeenstemming was met de Gemeentewet en dat de argumenten van de belanghebbende niet konden slagen. De rechtbank concludeerde dat de belanghebbende niet in een gelijke situatie verkeerde als de eigenaren die permanent in het park woonden, en dat de heffing van forensenbelasting rechtmatig was. De beslissing van het Gerechtshof was dat het beroep van de belanghebbende ongegrond werd verklaard, en de uitspraak werd op 14 januari 2004 aan beide partijen verzonden.