ECLI:NL:GHLEE:2004:AO2997
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Prof. mr. Aardema
- Lorist
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroepschrift inzake inkomstenbelasting en verzet tegen eerdere uitspraak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 30 januari 2004, staat de ontvankelijkheid van het beroepschrift centraal. De belastingkamer heeft eerder het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift niet binnen de wettelijk vereiste termijn van zes weken na de dagtekening van de uitspraak van het hoofd van de belastingdienst was ingediend. De uitspraak van het hoofd was gedateerd op 16 december 2002, terwijl het beroepschrift pas op 18 februari 2003 was ingediend.
De belanghebbende heeft echter verzet aangetekend tegen deze uitspraak, met de stelling dat de uitspraak van het hoofd op 22 januari 2003 had plaatsgevonden, en dat het beroep dus tijdig was ingediend. De gemachtigde van de belanghebbende heeft een afschrift van deze uitspraak bij het verzetschrift gevoegd. Het hof heeft deze nieuwe informatie in overweging genomen en vastgesteld dat het beroep inderdaad tijdig was ingediend op 18 februari 2003.
Op basis van deze overwegingen heeft het hof geoordeeld dat het verzet gegrond is. De uitspraak van het Gerechtshof Leeuwarden is gedaan door prof. mr. Aardema, vice-president, in aanwezigheid van de griffier Lorist. De uitspraak is op 4 februari 2004 aan de partijen verzonden.