ECLI:NL:GHLEE:2004:AO3004
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- prof. mr. E. Aardema
- Rechtspraak.nl
Waarde onroerende zaak en WOZ-beschikking
In deze zaak gaat het om een geschil over de waarde van een onroerende zaak, specifiek een tankstation, per 1 januari 1999. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 118.318,-- bij beschikking van 31 december 2001. De belanghebbende, eigenaar van het tankstation, was het niet eens met deze waardebepaling en heeft hiertegen beroep aangetekend. De belanghebbende stelde dat de waarde van het tankstation in de eerdere waardebeschikking van 28 februari 2001 was inbegrepen en dat de waarde van het tankstation daarom lager zou moeten zijn, namelijk € 79.865,--. De heffingsambtenaar heeft de waarde gehandhaafd en de belanghebbende heeft zijn grieven niet kunnen onderbouwen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 december 2003 was de belanghebbende niet aanwezig, terwijl de heffingsambtenaar vertegenwoordigd was. Het hof heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde op juiste wijze heeft bepaald volgens de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Het hof oordeelde dat de heffingsambtenaar de waarde van het tankstation had vastgesteld aan de hand van de 'Real Estate Norm' (REN)-methodiek, die de kwaliteit van een locatie beoordeelt op basis van vastgestelde variabelen. De belanghebbende kon niet aantonen dat de waarde per 1 januari 1999 niet correct was vastgesteld.
Het hof heeft uiteindelijk het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarbij het hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 30 januari 2004 door prof. mr. E. Aardema, vice-president van het gerechtshof Leeuwarden, en is op 4 februari 2004 aan beide partijen aangetekend verzonden.