ECLI:NL:GHLEE:2004:AO3006
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- prof. mr. Aardema
- mr. Drion
- mr. drs. Strik
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid bezwaar en vorming voorziening verhuizing in inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 21 januari 2004, staat de ontvankelijkheid van het bezwaar van belanghebbende centraal, evenals de vraag of er per 31 december 1999 een voorziening voor de afkoop van huurtermijnen en afschrijving van inventaris kan worden gevormd. Belanghebbende, die samen met zijn echtgenote een vennootschap onder firma had, werd voor het jaar 1999 aangeslagen naar een belastbaar inkomen van ƒ 104.495,-. Na het indienen van bezwaar tegen de aanslag, dat door de inspecteur ongegrond werd verklaard, ging belanghebbende in beroep.
De rechtbank oordeelt dat het bezwaar van belanghebbende niet tijdig was ingediend, aangezien het bezwaarschrift pas na afloop van de bezwaartermijn was ontvangen. De gemachtigde van belanghebbende voerde aan dat het bezwaarschrift tijdig ter post was bezorgd, maar het hof oordeelt dat de inspecteur terecht het bezwaar ontvankelijk heeft verklaard, omdat er geen bewijs was van overschrijding van de termijn.
Vervolgens wordt de vraag behandeld of er een voorziening kan worden gevormd voor de verhuizing van de onderneming. Het hof stelt vast dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat per 31 december 1999 het besluit tot verhuizing was genomen, wat noodzakelijk is voor de vorming van een voorziening. De inspecteur had de aanslag verhoogd met correcties op de voorziening en de kosten van het kantoor aan huis. Het hof concludeert dat de kosten van het kantoor aan huis niet in aftrek kunnen worden gebracht, omdat belanghebbende ook soortgelijke werkruimte buiten zijn woning ter beschikking had. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard.