ECLI:NL:GHLEE:2004:AO3193

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
5 februari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
24-000357-03
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Kalsbeek
  • Wedzinga
  • Stamhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewelddadige overval met bedreiging en diefstal door meerdere personen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 februari 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank te Assen. De verdachte, die samen met mededaders een gewelddadige overval heeft gepleegd, werd beschuldigd van diefstal met geweld en bedreiging. De overval vond plaats op 19 november 2002 in Tiendeveen, waar de verdachte en zijn mededaders een woning binnendrongen en het slachtoffer onder druk zetten met geweld en dreiging. Het hof oordeelde dat de verdachte een cruciale rol speelde in de voorbereiding en uitvoering van de overval, ondanks dat hij niet fysiek aanwezig was tijdens het geweld. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het gepleegd is zwaar laten meewegen in de strafmaat. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. Daarnaast werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat deze niet eenvoudig genoeg was voor behandeling in het strafgeding. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters de beslissing gezamenlijk hebben genomen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000357-03
Arrest d.d. 5 februari 2004 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank te Assen d.d. 5 maart 2003 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
verblijvende in P.I. Noord - De Grittenborgh,
Kinholtsweg 7 7909 CA Hoogeveen,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman,
mr. F.H. Kappelhof, advocaat te Delfzijl.
Het vonnis waarvan beroep.
De rechtbank te Assen heeft de verdachte bij voormeld vonnis op tegenspraak wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en een bijkomende straf en heeft voorts beslist op de vordering van de benadeelde partij, één en ander als in het vonnis nader omschreven.
Aanwending van het rechtsmiddel.
De verdachte is d.d. 11 maart 2003 op de voorgeschreven wijze en tijdig van voormeld vonnis in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft gelet op het onderzoek ter 's hofs terechtzitting van 7 oktober 2003 en 22 januari 2004 en op het onderzoek in eerste aanleg als voorgeschreven bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering.
De beslissing op het hoger beroep.
Het hof zal het vonnis, waarvan beroep, vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging.
Het hof neemt uit het beroepen vonnis over de daar vermelde inhoud van de inleidende dagvaarding.
Bewezenverklaring.
primair:
hij op 19 november 2002 te Tiendeveen, gemeente Hoogeveen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen uit een woning/pand aan/nabij het Kanaal Oostzijde een grote hoeveelheid gereedschap en sleutels, toebehorende aan [slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachtes mededaders
- die [slachtoffer] hebben geslagen en/of gestompt en die [slachtoffer] tegen de grond hebben gewerkt en op die [slachtoffer] zijn gaan zitten en
- die [slachtoffer] een mes hebben voorgehouden en
- die [slachtoffer] hebben toegevoegd: "Als je niet meewerkt maken we je dood" althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en
- de armen en benen van die [slachtoffer] hebben vastgebonden en de ogen van die [slachtoffer] hebben getaped en zijn handen hebben geboeid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie.
Hetgeen het hof als bewezen heeft aangenomen levert op het misdrijf:
primair: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid.
Het hof acht verdachte te dezer zake strafbaar, nu ten opzichte van hem geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafmotivering.
De arrondissementsrechtbank te Assen heeft de verdachte ter zake van het primair telastegelegde feit veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren. Verdachte is tegen dit vonnis in hoger beroep gekomen. Ter terechtzitting van 22 januari 2004 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte wederom zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren.
Het hof heeft in hoger beroep - op basis van een bewezenverklaring ter zake van het primair telastegelegde - de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dat feit is begaan en de persoon van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een zodanig ernstig strafbaar feit dat alleen een gevangenisstraf van zeer lange duur een gepaste bestraffing is.
Verdachte heeft immers samen met zijn mededaders een overval gepleegd op het slachtoffer [slachtoffer], waarbij verdachtes mededaders bruut geweld hebben gebruikt. Het hof tilt zeer zwaar aan de nietsontziende en gewelddadige wijze waarop de overval is gepleegd. Zo heeft een aantal van verdachtes mededaders niet geschuwd messen te gebruiken althans met het gebruik daarvan te dreigen en is het slachtoffer zowel fysiek als verbaal onder druk gezet. De ervaring leert, dat slachtoffers van dergelijke strafbare feiten in het algemeen een langdurige en ernstige psychische nasleep van het gebeurde ondervinden.
Hoewel verdachte zelf niet lijfelijk aanwezig is geweest bij voornoemde overval, heeft hij daarin actief geparticipeerd. Immers is het verdachte geweest die de overval heeft bedacht en voorbereid. Verdachte heeft tevoren de plek van de overval verkend en heeft kort voordat de overval daadwerkelijk plaatsvond zijn mededaders voorzien van instructies/aanwijzingen. Tevens heeft hij voor de overval bivakmutsen en messen verstrekt aan zijn mededaders. Al met al heeft verdachte dan ook een cruciale en regisserende rol gespeeld.
Daarnaast heeft het hof in aanmerking genomen de inhoud van het verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 20 januari 2004 waaruit blijkt dat verdachte eerder terzake van misdrijven is veroordeeld.
Verbeurdverklaring.
De door het hof verbeurd te verklaren voorwerpen zijn daarvoor vatbaar. Immers, met behulp van deze voorwerpen -die aan verdachte toebehoren- is het primair bewezenverklaarde feit begaan.
Motivering van de beslissing ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij.
De benadeelde partij heeft zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep gevoegd.
Nu de vordering van de benadeelde partij naar het oordeel van het hof niet van zo eenvoudige aard is, dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding, dient de benadeelde partij, gelet op het bepaalde in artikel 361, derde lid van het Wetboek van Strafvordering in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding, welke worden begroot op nihil, en met bepaling dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Toepassing van wetsartikelen.
Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 63, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak.
HET HOF,
RECHTDOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw rechtdoende:
verklaart het verdachte als voormeld primair tenlastegelegde bewezen en te kwalificeren als voormeld en verklaart dit feit en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave aan verdachte van de navolgende inbeslaggenomen voorwerpen:
1 GSM, Motorola V70 en 2 stuks onbenoembare kleding met labels opschrift Fosco i industries;
verklaart verbeurd de navolgende inbeslaggenomen voorwerpen:
1 handboei, kleur zilver met opschrift "Smith Fargo i Texas" nickelfrei, 2 bivakmutsen, kleur zwart, 1 bivakmuts, kleur groen, 1 bivakmuts, kleur blauw, 1 doos met opschrift Commando knife, 1 doos met opschrift Cuchillo Deportive, jachtmes i Mirage;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering;
bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit arrest is aldus gewezen door mrs. Kalsbeek, voorzitter, Wedzinga en Stamhuis, in tegenwoordigheid van Eisma als griffier, zijnde mr. Stamhuis voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.