ECLI:NL:GHLEE:2004:AO3437
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geschil over objectafbakening en WOZ-waarde van onroerende zaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 6 februari 2004, gaat het om een geschil tussen de belanghebbende en het hoofd van de afdeling middelen van de gemeente Winsum over de objectafbakening en de waarde van een onroerende zaak gelegen aan de a-straat 8 te Z, per waardepeildatum 1 januari 1999. De primaire waardebeschikking, gedateerd 15 maart 2001, stelde de waarde van de onroerende zaak vast op € 179.243,--. De belanghebbende, eigenaar en/of gebruiker van de onroerende zaak, heeft bezwaar aangetekend tegen deze waardebeschikking, waarna het hoofd de waarde heeft gehandhaafd in de uitspraak van 25 maart 2002. De belanghebbende heeft op 1 mei 2002 beroep ingesteld, en tijdens de mondelinge behandeling op 13 januari 2004 is hij in persoon verschenen, terwijl het hoofd vertegenwoordigd was door een WOZ-taxateur.
De kern van het geschil betreft de objectafbakening en de vraag of de waarde van de onroerende zaak correct is vastgesteld. De belanghebbende betoogt dat het hoofd onvoldoende rekening heeft gehouden met de ligging van de woning op een bedrijventerrein en dat de gehanteerde grondprijs te hoog is. Tevens stelt hij dat het hoofd perceel Y 0001, dat hij in 1998 heeft aangekocht, ten onrechte buiten beschouwing heeft gelaten bij de waardebepaling. Het hoofd erkent dat er een onjuiste objectafbakening heeft plaatsgevonden en dat beide percelen als één object moeten worden aangemerkt.
Het hof oordeelt dat de primaire waardebeschikking op basis van een onjuiste objectafbakening is gegeven en vernietigt zowel de bestreden uitspraak als de primaire waardebeschikking. Het hof concludeert dat voor de toepassing van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) van een groter object had moeten worden uitgegaan, en dat het hoofd een nieuwe waardebeschikking moet geven voor het correct afgebakende object. De proceskosten worden niet vergoed, aangezien er geen verlet- of reiskosten zijn gemaakt. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 februari 2004.