ECLI:NL:GHLEE:2004:AO3441
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.M. van der Meer
- F.J.W. Drion
- H.H.A. Fransen
- Rechtspraak.nl
Toekenning van energiepremie voor HR-ketel en isolatievoorzieningen
In deze zaak gaat het om de toekenning van een energiepremie aan de belanghebbende, die een verzoek indiende bij het energiebedrijf Essent voor de aanschaf van een HR-ketel en energiebesparende isolatievoorzieningen. Het verzoek werd op 23 oktober 2001 door het energiebedrijf afgewezen, waarna de belanghebbende zich tot de inspecteur wendde. De inspecteur handhaafde de afwijzing in zijn uitspraak van 9 april 2002. De belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof Leeuwarden, waar de mondelinge behandeling op 12 mei 2003 plaatsvond. De zaak werd geschorst om de belanghebbende de kans te geven aanvullende informatie te verstrekken. Na het indienen van deze informatie, werd de mondelinge behandeling op 21 november 2003 voortgezet.
De belanghebbende stelde dat de aanvraag voor de energiepremie voor de HR-ketel niet los kon worden gezien van de andere energiebesparende maatregelen die hij had genomen. De inspecteur betwistte dit en stelde dat de aanvraag te laat was ingediend, aangezien deze pas op 25 september 2001 was ingediend, terwijl de factuur van de installateur op 12 april 2001 was gedateerd. Het Gerechtshof oordeelde dat de belanghebbende niet binnen de vereiste termijn van dertien weken had aangevraagd en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was.
Het Gerechtshof verklaarde het beroep gegrond voor de isolatievoorzieningen, vernietigde de eerdere uitspraak en kende de energiepremie van € 4.202,-- toe voor de gevel-, dak- en vlieringisolatie. Voor de HR-ketel werd het beroep ongegrond verklaard, en de inspecteur werd veroordeeld tot betaling van proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 6 februari 2004 en openbaar uitgesproken door de voorzitter in aanwezigheid van de griffier.