ECLI:NL:GHLEE:2004:AO4019
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P. Pruiksma
- M. Hiemstra
- Rechtspraak.nl
Waarde onroerende zaken en WOZ-beschikking
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 13 februari 2004, gaat het om een geschil over de waarde van onroerende zaken per 1 januari 1999. De heffingsambtenaar had de waarde van een onroerende zaak aan de a-weg te Z vastgesteld op ƒ 149.000,-- (€ 67.613,--) en een andere aan de b-straat te Z op ƒ 141.000,-- (€ 63.983,--). Na bezwaar van de belanghebbende werd de waarde van de onroerende zaak aan de b-straat verlaagd tot ƒ 119.000,-- (€ 54.000,--) en die aan de a-weg tot ƒ 111.000,-- (€ 50.370,--). De belanghebbende ging in beroep tegen deze uitspraak, waarbij zij stelde dat de waarden te hoog waren vastgesteld.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 december 2003 in Assen, was de belanghebbende niet aanwezig, maar de heffingsambtenaar was vertegenwoordigd. De heffingsambtenaar voerde aan dat de waarden in overeenstemming waren met de agrarische fotowijzer, maar het hof oordeelde dat de heffingsambtenaar onvoldoende bewijs had geleverd om de vastgestelde waarden te onderbouwen. Het hof merkte op dat de fotowijzer niet de juiste gegevens bevatte en dat er geen schriftelijke rapportage van de taxateur was overgelegd.
Uiteindelijk oordeelde het hof dat de heffingsambtenaar niet geslaagd was in de op hem rustende bewijslast en stelde de waarden van de onroerende zaken vast op € 27.500,-- (ƒ 60.602,--). Het hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de eerdere uitspraak en gelastte de heffingsambtenaar het griffierecht aan de belanghebbende te vergoeden. De uitspraak werd op 18 februari 2004 aangetekend verzonden aan beide partijen.