ECLI:NL:GHLEE:2004:AO4850
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Pruiksma
- A. Drion
- H. Huiskes
- Rechtspraak.nl
Geschil over de rechtsgeldigheid van de aanslag logiesbelasting en de toepassing van het gelijkheidsbeginsel
In deze zaak is in geschil of de aanslag logiesbelasting is opgelegd op een verordening die verbindende kracht mist. De belanghebbende, een hotelexploitant, werd voor het jaar 2000 aangeslagen op basis van de Verordening logiesbelasting van de gemeente Groningen. De aanslag betrof een bedrag van ƒ 63.892,50, gebaseerd op 21.297 overnachtingen door personen van 18 jaar en ouder en 1 overnachting door een persoon jonger dan 18 jaar. De directeur van de gemeente handhaafde de aanslag na bezwaar van de belanghebbende, waarop deze in beroep ging.
Tijdens de zitting op 7 januari 2004 werd het standpunt van de belanghebbende gepresenteerd, waarin werd gesteld dat er twee verordeningen bestaan, waarvan slechts één rechtsgeldig is vastgesteld. De belanghebbende betoogde dat de tweede verordening, die wel bekend is gemaakt, niet door de raad was vastgesteld en daarom onverbindend is. De directeur verdedigde dat de verordening op de juiste wijze is vastgesteld en gepubliceerd, en dat de gedrukte versie die afwijkt van de vastgestelde tekst geen invloed heeft op de verbindende kracht.
Het hof oordeelde dat de verordening rechtsgeldig tot stand is gekomen en dat de publicatieplicht is nageleefd. De stelling van de belanghebbende dat de verordening niet op de juiste wijze is gepubliceerd, werd verworpen. Het hof concludeerde dat de aanslag is gebaseerd op een verordening die verbindend is en dat de tariefdifferentiatie in de verordening niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, omdat de verschillende categorieën accommodaties geen gelijke gevallen vormen. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten toegewezen.