ECLI:NL:GHLEE:2004:AO4925
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Zwerwer
- J. Dijkstra
- M. van der Woude
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake belaging en bedreiging met misdrijf tegen het leven
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 4 maart 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank te Groningen. De verdachte was eerder veroordeeld voor belaging en had hoger beroep aangetekend tegen dit vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat er sinds de vrijlating van de verdachte op 23 oktober 2002 geen nieuwe incidenten hebben plaatsgevonden die de belaging zouden onderbouwen. Hierdoor oordeelde het hof dat het verband met de eerdere veroordeling te ver verwijderd was om het primair telastegelegde bestanddeel 'stelselmatig' te kunnen bewijzen. De verdachte werd vrijgesproken van de belaging van [betrokkene 1].
Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de bedreiging met een misdrijf tegen het leven, alsook zware mishandeling, niet bewezen kon worden, waardoor de verdachte ook van het subsidiair telastegelegde werd vrijgesproken. Het hof verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte werd opgelegd. De kosten van het geding werden aan de benadeelde partij opgelegd, maar deze werden begroot op nihil.
Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en verklaarde het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging met betrekking tot het primair telastegelegde voor zover dit betrekking had op [betrokkene 2]. De vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde straf werd afgewezen. Dit arrest is gewezen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, met mevrouw Boersma als griffier. De zaak illustreert de zorgvuldigheid waarmee het hof omgaat met de bewijsvoering in strafzaken, vooral in gevallen van belaging en bedreiging.