ECLI:NL:GHLEE:2004:AO6907
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.S. Pruiksma
- F.J.W. Drion
- J. Huiskes
- Rechtspraak.nl
Duurzaam gescheiden leven en aftrekposten in de inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 26 maart 2004, staat de vraag centraal of belanghebbende voor de jaren 1997 (vanaf 16 juni), 1998, 1999 en 2000 als duurzaam gescheiden levend van zijn echtgenote kan worden aangemerkt. Dit is van belang voor de aftrek van alimentatie en buitengewone lasten wegens kosten van levensonderhoud van de kinderen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2000, waarbij de inspecteur de aanslag had gehandhaafd. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 januari 2004, waar belanghebbende, zijn echtgenote en de inspecteur aanwezig waren.
De feiten tonen aan dat belanghebbende en zijn echtgenote in 1997 een scheiding van tafel en bed hebben aangevraagd, maar deze niet publiekelijk hebben gemaakt. De echtgenote verhuisde met de kinderen naar een ander adres, terwijl belanghebbende op Terschelling bleef wonen. De inspecteur betwistte de status van duurzaam gescheiden leven, wat leidde tot het beroep van belanghebbende. Het hof oordeelde dat de feitelijke toestand beslissend is en dat de omstandigheden niet voldoende bewijs leveren voor de claim van duurzaam gescheiden leven. Het hof concludeerde dat belanghebbende niet in zijn bewijslast is geslaagd en dat de inspecteur terecht de aftrekken heeft geweigerd.
De uitspraak benadrukt het belang van de feitelijke situatie boven papieren documenten en de noodzaak van openlijke bekendmaking van een scheiding. Het hof verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing werd op 31 maart 2004 aangetekend verzonden aan beide partijen.