ECLI:NL:GHLEE:2004:AO7636
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Drion
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroepschrift inzake naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 9 april 2004, staat de ontvankelijkheid van het beroepschrift centraal. Belanghebbende heeft op 2 december 2002 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van het hoofd van de belastingdienst met betrekking tot een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het jaar 2000. De griffier heeft de gemachtigde van belanghebbende op 4 december 2002 gewezen op verzuimen in het beroepschrift en hem uitgenodigd deze voor 1 februari 2003 te herstellen. Ondanks verlengingen van deze termijn tot 1 januari 2004, heeft de gemachtigde verzuimd de benodigde informatie aan te leveren, waaronder de gronden van het beroep en een volmacht.
Tegen de uitspraak van de eerste enkelvoudige belastingkamer van 16 januari 2004, waarin belanghebbende niet-ontvankelijk werd verklaard, is door de gemachtigde verzet aangetekend. In het verzetschrift werd aangevoerd dat de belanghebbende de Nederlandse taal niet beheerst en dat zijn echtgenote ernstig ziek was, wat hen belemmerde om de benodigde gegevens tijdig aan te leveren. Het hof oordeelt echter dat de gemachtigde verantwoordelijk is voor het bewaken van de termijnen en dat hij in verzuim is geweest. Het hof heeft daarom het verzet ongegrond verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van beroepsgronden en de verantwoordelijkheden van de gemachtigde in het proces. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken door mr. Drion, lid van de derde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van de griffier Lorist.