ECLI:NL:GHLEE:2004:AP1779
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waarde onroerende zaak en WOZ-waarde per 1 januari 1999
In deze zaak, uitgesproken op 11 juni 2004 door het Gerechtshof Leeuwarden, betreft het geschil de waarde van een onroerende zaak aan de a-kade 4 te Z per 1 januari 1999. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 103.915,-- bij beschikking van 28 februari 2001, welke waarde bij de uitspraak van 22 mei 2002 werd gehandhaafd. De belanghebbende, eigenaresse van de onroerende zaak, heeft hiertegen beroep aangetekend, waarbij zij stelde dat de door haar aangedragen vergelijkingsobjecten een betere onderbouwing gaven voor de waarde dan die van de heffingsambtenaar. De mondelinge behandeling vond plaats op 13 april 2004, waarbij de belanghebbende werd bijgestaan door een gemachtigde en de heffingsambtenaar door vertegenwoordigers van de gemeente Meppel en een taxatiebureau.
Het hof heeft vastgesteld dat de waarde van de onroerende zaak moet worden bepaald op basis van de waarde in het economische verkeer per 1 januari 1999, zoals voorgeschreven in de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). De heffingsambtenaar heeft zijn waarde onderbouwd met een taxatierapport van oktober 2002, waarin vergelijkingsobjecten zijn genoemd. Het hof oordeelde dat de heffingsambtenaar in zijn bewijslast is geslaagd en dat de door de belanghebbende aangedragen vergelijkingsobjecten niet voldoende onderbouwd waren om de vastgestelde waarde te weerleggen. Het hof concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die een verlaging van de vastgestelde waarde rechtvaardigden.
De uitspraak van het hof verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, en er werden geen proceskosten aan de heffingsambtenaar opgelegd. De beslissing werd op 11 juni 2004 uitgesproken door mr. G.M. van der Meer, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Jong.