ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ7010
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.M. van der Meer
- F.J.W. Drion
- J. Huiskes
- Rechtspraak.nl
Waardebepaling onroerende zaak en bedrijfsmatige exploitatie van weiland
In deze zaak gaat het om de waardebepaling van een onroerende zaak, gelegen aan de a-laan 139 te Z, in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op ƒ 1.429.000,-- (€ 648.451,--), welke waarde later is verminderd tot ƒ 1.310.000,-- (€ 594.452,--). De belanghebbende, eigenaar van de onroerende zaak, heeft bezwaar gemaakt tegen deze waardebepaling, met name met betrekking tot de omvang van het perceel weiland dat buiten aanmerking zou moeten worden gelaten bij de waardebepaling.
De eerste mondelinge behandeling vond plaats op 21 november 2003, waarbij de gemachtigde van de belanghebbende en de heffingsambtenaar aanwezig waren. Na een heropening van het onderzoek ter zitting, heeft de belanghebbende aanvullende informatie verstrekt. De tweede mondelinge behandeling vond plaats op 17 mei 2004. De kern van het geschil is of het perceel weiland, dat door de belanghebbende aan een derde is verpacht, als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond moet worden aangemerkt en dus buiten de waardebepaling moet blijven.
Het gerechtshof heeft vastgesteld dat het perceel weiland sinds 1995 door een maatschap wordt gebruikt en dat dit gebruik als bedrijfsmatig kan worden gekwalificeerd. Hierdoor moet de waarde van het perceel weiland buiten aanmerking worden gelaten bij de waardebepaling van de onroerende zaak. Het hof heeft de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 360.210,-- en de heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de belanghebbende.
De uitspraak van het gerechtshof is gedaan op 9 augustus 2004 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De heffingsambtenaar is veroordeeld tot het vergoeden van de kosten die de belanghebbende heeft moeten maken in verband met de behandeling van het beroep, vastgesteld op € 1.449,--, te betalen door de gemeente Weststellingwerf.