ECLI:NL:GHLEE:2004:AR2659

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
9 september 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
BK 6/04 Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Prof. mr. E. Aardema
  • M. Haarsma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtvaardigheid van aanslag arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 9 september 2004, gaat het om een beroep van de belanghebbende tegen een hem opgelegde aanslag voor de premie van de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen (WAZ). De belanghebbende stelt dat het opleggen van deze aanslag onrechtvaardig is, omdat hij in het geval van arbeidsongeschiktheid geen uitkering zal ontvangen, ondanks het feit dat hij wel premie betaalt. De inspecteur van de Belastingdienst heeft op 19 maart 2004 een verweerschrift ingediend, waarin hij concludeert tot bevestiging van de eerdere uitspraak. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 juni 2004, waarbij zowel de belanghebbende als de inspecteur aanwezig waren. Het hof overweegt dat de belanghebbende ingevolge artikel 3, eerste lid van de WAZ verzekerd is en op basis van artikel 71 premieplichtig is, wat betekent dat hij recht heeft op een uitkering, ongeacht zijn persoonlijke situatie. Het hof verklaart het beroep ongegrond, en oordeelt dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier, M. Haarsma, en de voorzitter, Prof. mr. E. Aardema.

Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK
Kenmerk: BK-04/00006 9 september 2004
Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, eerste enkelvoudige belastingkamer, op het beroep van
X te Z (: de belanghebbende)
tegen de uitspraak van
de voorzitter van het managementteam van de belastingdienst/noord
(: de inspecteur),
gedaan op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de hem opgelegde aan-slag 2002 Premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (: WAZ).
1. Het procesverloop:
1.1. Genoemde uitspraak is van 28 november 2003.
1.2. Van deze uitspraak is de belanghebbende bij een op 6 januari 2004 bij het hof binnengekomen beroepschrift in beroep gekomen.
1.3. Het verweerschrift van de inspecteur is op 19 maart 2004 bij het
hof binnengekomen.
1.4. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op de zitting van 17 juni 2004, gehouden te Leeuwarden, alwaar aanwezig waren de belanghebbende alsmede de inspecteur.
1.5. De inspecteur heeft op de zitting haar pleitnota voorgelezen en aan het hof overgelegd.
1.6. Van alle genoemde (en hierna nog te noemen) stukken moet de inhoud als hier ingevoegd worden beschouwd.
2. Het geschil.
2.1. Volgens de belanghebbende is het opleggen van een aanslag onrechtvaardig omdat hij bij een eventuele arbeidsongeschiktheid geen uitkering zal ontvangen vanwege zijn vaste inkomen, terwijl hij wel premie betaalt.
2.2.De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak.
2.3. Voor de overige standpunten van partijen verwijst het hof naar de gedingstukken. Daaraan zijn ter zitting geen nieuwe standpunten toegevoegd.
4. De overwegingen omtrent het geschil.
4.1. Ingevolge artikel 3, eerste lid WAZ is belanghebbende verzekerd ingevolge de WAZ. Derhalve is belanghebbend ingevolge artikel 71 premieplichtig en heeft hij recht op een uitkering.
Daar doet niet aan af dat belanghebbende zoals hij heeft aangevoerd een uitkering niet geldend kan maken.
4.2. Het beroep is gelet op het voorgaande ongegrond.
5. De proceskosten:
Het gerechtshof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
6. De beslissing.
Het hof:
verklaart het beroep ongegrond.
Gedaan door Prof. mr Aardema, vice-president, voorzitter, lid van de eerste enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van de heer Haarsma als griffier en in het openbaar uitgesproken te Leeuwarden op 9 september 2004 door de voorzitter, in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier, De voorzitter,
M. Haarsma Prof. mr E. Aardema
Afschrift per aangetekende post
aan partijen verzonden op: 22 september 2004
De griffier van het Gerechtshof
te Leeuwarden.