ECLI:NL:GHLEE:2004:AR3439
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de waardebeschikking onroerende zaakbelasting en de mogelijkheid tot verlaging
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 1 oktober 2004, staat de vraag centraal of er grond is voor een nieuwe waardebeschikking met een lagere waarde dan de waardegrondslag waarop de aanslag onroerende zaakbelasting (OZB) is gebaseerd. De belanghebbende, die eigenaar is van een perceel bouwgrond, heeft in eerste instantie geen bezwaar gemaakt tegen de waardebeschikking die op 17 juni 2003 aan hem is bekendgemaakt. Deze waardebeschikking vermeldde een waardepeildatum van 1 januari 1999 en gold voor de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004. De belanghebbende was zich echter niet bewust van de vervuiling van het perceel op het moment van ontvangst van de waardebeschikking.
Na het indienen van een bezwaarschrift tegen de aanslag op 28 oktober 2003, dat door de ambtenaar op 19 januari 2004 ongegrond werd verklaard, heeft de belanghebbende beroep aangetekend. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juli 2004 heeft de ambtenaar geconcludeerd tot een ambtshalve verlaging van de waarde naar € 26.198,--. Het hof heeft vastgesteld dat de belanghebbende geen bezwaar heeft gemaakt tegen de eerder vastgestelde waarde, waardoor deze onherroepelijk is geworden.
Het hof heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat, hoewel de ambtenaar een verlaging van de waarde heeft voorgesteld, de oorspronkelijke waardebeschikking van 17 juni 2003 van kracht blijft, omdat de verlaging niet voldoet aan de voorwaarden voor een nieuwe beschikking volgens artikel 19 van de Wet. Het hof heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag verminderd naar de nieuwe heffingsgrondslag van € 26.198,--. Tevens is bepaald dat de ambtenaar het griffierecht van € 37,-- aan de belanghebbende dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. G.M. van der Meer als voorzitter van de zesde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van griffier M. Haarsma.