3. In het kader van het tegenverhoor heeft AZG als, niet door de rechter benoemde, deskundigen prof. dr. G.H.A. Visser en prof. J.P. Holm en als getuige [vroedvrouw] voorgebracht. Zij hebben als volgt - samengevat - ten aanzien van de bewijsopdracht verklaard:
3.1. prof. dr. Visser:
a) Over harttonen kan ik het volgende verklaren. Vroeger stond in de leerboeken dat een waarde tussen de 120 en de 160 normaal was ... Thans wordt geleerd dat de waarden tussen de 110 en 150 normaal zijn. Tussen de 100 en de 110 is sprake van een grijs gebied ...
b) Bij een eerstelijns bevalling, en bij een verplaatste eerstelijns bevalling zoals die van [appellant 2], is het beluisteren van de harttonen met toeter normaal. Op het moment dat [appellant 2] op de baarkruk plaatsnam konden de harttonen niet met de toeter beluisterd worden. Ik neem aan dat toen een doptone is gebruikt.
c) U houdt mij de verklaring van dr. Kluck voor dat de toeter obsoleet zou zijn. Ik weet niet waarop hij dat baseert ...
d) Aan de wijze waarop het partusverslag is opgesteld is mij verder niets opgevallen ...
e) Als ik de beschrijving van de boreling zoals die in het partus verslag is opgenomen leg naast de apgar-score na 10 minuten, kom ik niet aan de daarvoor gegeven 8 punten. Van de maximaal te behalen 10 punten dient voor ademhaling, prikkelbaarheid en spiertonus 1 punt te worden afgetrokken, voor spiertonus mogelijk zelfs 2 punten indien er helemaal geen tonus zou zijn (de kinderarts geeft enige tijd later aan dat er sprake was van enige tonus), hetgeen dus resulteert in een score van 6 à 7 punten.
Een apgar-score van 6 geeft aan dat de baby na 10 minuten niet in echt goede conditie is. De baby doet het redelijk, maar het wijst niet op een levensbedreigende toestand. En belangrijk was dat er sprake was van vooruitgang.
f) Over de afnaveling in de vulva kan ik het volgende verklaren. Deze wijze van afnaveling gebeurt alleen als er sprake is van een strakke omstrengeling van het hoofdje door de navelstreng. Dit belemmert het geboorteproces omdat de baby dan door een te korte navelstreng niet verder kan. Ook bestaat het risico van het afscheuren van de navelstreng. Andere redenen voor het afnaveling in de vulva zijn mij niet bekend. In dit geval kan sprake zijn geweest van een verondersteld strakke omstrengeling, waar later bleek dat de navelstreng toch lang genoeg was. Ook bij een verondersteld strakke omstrengeling wordt in vulva afgenaveld.
g) Het uitzuigen van het hoofdje terwijl de geboorte nog niet compleet was merk ik aan als goede actie van de verloskundige ...
Op vragen van mr Bos antwoord ik als volgt.
h) Dat in het partusverslag om 15.00 uur sprake is van een harttoon van 60 BPM is niet bijzonder. Het komt heel vaak voor dat bij het begin van het persen de harttonen dalen ten gevolge van de persdruk. [appellant 2] is begonnen met persen op de baarkruk. Dat leidt tot een grote druk en mogelijk tot een lagere waarde van de harttonen. Van belang is dat de harttonen na het begin van het persen zich wel weer snel herstellen. Volgens het partusverslag is dat hier gebeurd ...
i) Het meten van de harttonen met de toeter of de doptone is een onbetrouwbare manier. Internationaal is deze wijze van meten voor bevallingen zonder verhoogd risico wel aanvaard ... In het geval van [appellant 2], achteraf gezien, beter wel voor elektronische bewaking kunnen zijn gekozen, maar aangezien het hier om een verplaatste thuisbevalling ging bestond daar geen indicatie voor ...
j) Ook bij een bevalling waarbij de harttonen bij het beluisteren normaal zijn, is het mogelijk dat het kind niet gezond ter wereld komt. Dan gaat het meer om de subtiele aspecten in de schommeling van de hartfrequentie. Deze subtiliteiten in de schommeling van de hartfrequentie zijn met de toeter of de doptone niet vast te stellen, omdat daarmee altijd maar korte stukken van de harttonen worden beluisterd.
Het elektronisch bewaken van de harttonen behoort niet tot het takenpakket van een verloskundige in de eerste lijn ...
k) Uit het bevallingsverslag leid ik niet af dat er voor de verloskundige reden was om eerder een gynaecoloog in te schakelen ...
Op vragen van mr De Vos antwoord ik als volgt.
l) Er bestaat geen standaard voor de wijze waarop de frequentie van de harttonen in een verslag moeten worden weergegeven. Meestal schrijft een gynaecoloog in een partusverslag indien de harttonen normaal zijn: geen bijzonderheden. Zo heb ik het verslag van [vroedvrouw] ook geïnterpreteerd.
Dat een waarde van tussen de 120 en 160 normaal zou zijn heeft tijden in de literatuur gestaan. In de jaren 90 is nieuw onderzoek geweest. Daaruit bleek dat de normale waarde zich bewogen tussen de 110 en 150 ...
m) Ik ben van mening dat er gelet op het verslag van de partus geen reden was om een gynaecoloog in te schakelen. De beluisterde harttonen waren normaal en de duur van de bevalling was gelet op wat binnen de beroepsgroep gebruikelijk was evenmin reden om een gynaecoloog in te schakelen. Het meconiumhoudend vruchtwater kwam eerst toen de partus bijna volledig was. De apgar-score en de ph-waarde bepaling spelen ook eerst na de bevalling een rol ...