ECLI:NL:GHLEE:2004:AR8310
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.M. van der Meer
- M. Haarsma
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en boetebeschikking
In deze zaak gaat het om de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting die aan de belanghebbende is opgelegd op 26 januari 2004. De naheffingsaanslag is opgelegd op basis van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, waarbij gelijktijdig een boetebeschikking is afgegeven. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze naheffingsaanslag, maar de inspecteur heeft deze handhaafd in zijn bestreden uitspraak. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij het Gerechtshof Leeuwarden, dat op 6 december 2004 de mondelinge behandeling heeft gehouden. Tijdens deze zitting waren zowel de belanghebbende, bijgestaan door zijn vader, als de inspecteur aanwezig.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de inspecteur heeft aan de belanghebbende een naheffingsaanslag opgelegd over de periode van 28 mei 2003 tot en met 10 januari 2004, met een totale nageheven belasting van € 634,--, inclusief een boete van 100% vanwege betalingsverzuim. Het hof heeft vastgesteld dat de belanghebbende het motorrijtuig op de openbare weg heeft geparkeerd, ondanks een eerdere mededeling dat dit niet geoorloofd was. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de belanghebbende bewust het risico heeft genomen dat hem een naheffingsaanslag zou worden opgelegd.
In de uitspraak heeft het hof geoordeeld dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. De belanghebbende had aangevoerd dat de naheffingsaanslag onterecht was, maar het hof heeft deze stelling verworpen. De beslissing van het hof was dat het beroep van de belanghebbende ongegrond werd verklaard. De uitspraak is op 24 december 2004 gedaan door mr. G.M. van der Meer, voorzitter van de zesde enkelvoudige belastingkamer, en is op 29 december 2004 aangetekend verzonden aan beide partijen.