2. Het gaat in dit kort geding - samengevat - om het volgende.
2.1. Blijkens notariële akte van 12 april 1990 heeft de Tennisvereniging voor een periode van vijftig jaren vanaf 1 januari 1990, tegen een canon van ƒ 1,-- per jaar, van de gemeente Menaldumadeel in erfpacht gekregen "het perceel grond, (met alles wat zich daarop bevindt, onder meer bestaande uit: een tweetal Spurtan-tennisbanen; een tweetal Gra-green tennisbanen; een klubgebouw; een garage; een hekwerk; beplanting) liggende aan de Rypsterdyk te Menaldum ..."
2.2. Artikel 6, tweede volzin, van de erfpachtakte luidt: "De erfpachter zal de grond en de gebouwen in goede staat moeten onderhouden."
Het artikel besluit als volgt: "Bij overtreding van enige bepaling van dit artikel verbeurt de erfpachter een direkt opeisbare, niet voor matiging vatbare boete van vijfentwintigduizend gulden (ƒ 25.000,--). Erfpachter is in gebreke door het enkele feit der overtreding of niet nakoming zonder enige ingebrekestelling of nadere kennisgeving vereist zal zijn."
Artikel 9 bepaalt - onder meer - als volgt: "Met afwijking van het in de artikelen 780 en 781 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde kan, indien de erfpachter langer dan drie maanden in gebreke is gebleven om de canon te betalen, alsmede ingeval naar het oordeel van de grondeigenaar niet voldaan is of wordt aan enige verplichting, de erfpachter opgelegd bij of krachtens deze overeenkomst of de wet, zonder enige nadere ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst het erfpachtsrecht door de grondeigenaar worden vervallen verklaard (...).
Indien vóór de door de grondeigenaar vastgestelde dag van eindiging van het erfpachtsrecht, de oorzaak der vervallenverklaring naar het oordeel van de grondeigenaar is weggenomen en vóór die dag bovendien aan de grondeigenaar vergoed zijn de kosten van de bedoelde kennisgeving(en), zal de vervallen- verklaring niet in werking treden en mitsdien het erfpachtsrecht ongewijzigd blijven voortbestaan ..."
2.3. Blijkens de daarvan opgemaakte koopovereenkomst, getekend op 1 en 6 december 2001, heeft de gemeente Menaldumadeel het recreatie- en sportcomplex, waarvan de gronden waarop het onderhavige erfpachtrecht van de Tennisvereniging rust, deel uitmaken, verkocht aan Schatzenburg B.V. i.o. Deze vennootschap heeft het complex op 31 december 2003 verkocht aan De Hoorn B.V. De Hoorn B.V. heeft op dezelfde datum haar naam gewijzigd in Schatzenburg B.V. Laatstgenoemde vennootschap - appellante - heeft sindsdien te gelden als de erfverpachtster in deze.
2.4. Stellende dat de Tennisvereniging niet voldoet aan haar verplichting de grond en de gebouwen in goede staat te onderhouden en de afgelopen drie jaren de verschuldigde canon nimmer heeft voldaan, heeft Schatzenburg bij brief van 12 mei 2004 aan de Tennisvereniging meegedeeld dat zij heeft besloten de erfpacht vervallen te verklaren en dat het erfpachtrecht zal eindigen op 15 augustus 2004, met gelijktijdige sommatie tot betaling van de contractuele boete van ƒ 25.000,-- (Euro 11.344,50).
Bij exploot van 13 mei 2004 is de vervallenverklaring van de erfpacht aan de Tennisvereniging aangezegd.
2.5. In opdracht van Schatzenburg zijn met betrekking tot de opstallen van de Tennisvereniging in juni 2004 door Bouwtechnisch Keuringsburo Dekker een bouw-technisch keuringsrapport en in augustus 2004 door Bouwkundig Bureau De Jong een rapport opname ten behoeve van de staat van onderhoud uitgebracht.
2.6. De Tennisvereniging heeft Schatzenburg in kort geding voor de voorzieningen-rechter gedagvaard en gevorderd, primair Schatzenburg te bevelen binnen 24 uren na betekening van het te wijzen vonnis de Tennisvereniging schriftelijk aan te geven dat de oorzaak der vervallenverklaring is weggenomen, zodat de vervallenverklaring niet in werking zal treden en mitsdien het erfpachtrecht ongewijzigd zal blijven voortbestaan tenzij de bodemrechter anders zal beslissen, subsidiair Schatzenburg te bevelen de leden van de Tennisvereniging toe te laten op de aan haar in erfpacht uitgegeven terreinen met bepaling dat deze leden op dezelfde wijze als voorheen gebruik kunnen blijven maken van de terreinen totdat de bodemrechter zich heeft uitgesproken over de rechtmatigheid van de vervallenverklaring, en meer subsidiair een zodanige voorziening te treffen dat de leden van de Tennisvereniging ook na 15 augustus 2004 op dezelfde wijze als voorheen gebruik kunnen maken van de aan haar in erfpacht uitgegeven terreinen totdat de bodemrechter zich heeft uitgesproken over de rechtmatigheid van de vervallenverklaring, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Schatzenburg in de kosten van het geding.
2.7. Schatzenburg heeft zich tegen deze vorderingen verweerd en in reconventie gevorderd: I. de Tennisvereniging op straffe van verbeurte van een dwangsom te verbieden de terreinen aan de Rypsterdyk te Menaldum als genoemd in de erfpachtakte van 12 april 1990 vanaf 15 augustus 2004 te betreden en/of daarvan gebruik te maken, alsmede de Tennisvereniging te veroordelen: II. om, op straffe
van verbeurte van een dwangsom, na 15 augustus 2004 en binnen 2 dagen na betekening van het te wijzen vonnis de opstallen en de gronden op de genoemde terreinen te ontruimen en ter vrije beschikking van Schatzenburg te stellen, III. tot betaling van de verschuldigde boete van Euro 11.344,51, IV. tot betaling van de verschuldigde canon en de explootkosten van Euro 55,69, V. tot betaling van een/derde van de kosten van de bouwtechnische rapporten van Euro 1.728,95 en
VI. tot betaling van de proceskosten.
In voorwaardelijke reconventie heeft Schatzenburg gevorderd, op straffe van verbeurte van een dwangsom: I. de Tennisvereniging te veroordelen Schatzenburg of een door haar aangewezen deskundige of gemachtigde onverminderd toegang te verschaffen tot elk gedeelte binnen en buiten van de opstallen en gebouwen van het terrein, en II. de Tennisvereniging te verbieden om op de toegangswegen, parkeerterreinen en overigens alle overige terreinen van het recreatiepark Schatzenburg voertuigen te hebben, te plaatsen en/of laten rijden, al dan niet van leden, bezoekers van wedstrijden, toernooien of andere evenementen die de Tennisvereniging houdt of van derden die in opdracht van de Tennisvereniging het recreatiepark betreden om al dan niet goederen af te leveren, welke voertuigen een gewicht (met lading) overschrijden van meer dan 2.000 kilogram.
2.8. De Tennisvereniging heeft zich tegen deze (voorwaardelijke) reconventionele vorderingen verweerd.
2.9. De voorzieningenrechter heeft in conventie de subsidiaire vordering van de Tennisvereniging toegewezen, met veroordeling van Schatzenburg in de kosten van het geding en heeft de reconventionele vorderingen van Schatzenburg afgewezen en in voorwaardelijke reconventie de onder I. genoemde vordering van Schatzenburg toegewezen, met compensatie van de proceskosten in (voorwaardelijke) reconventie.
2.10. Gelijktijdig met het onderhavige kort geding heeft de voorzieningenrechter soortgelijke korte gedingen behandeld tussen Voetbalvereniging Dronrijp en Voetbalvereniging Foarút tegen Schatzenburg.