ECLI:NL:GHLEE:2005:AS2220

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
7 januari 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
BK 362/04 Rioolrechten
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslagen rioolrechten voor garagebox G1

Op 7 januari 2005 heeft het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak van X B.V. tegen de gemeente Groningen over de opgelegde aanslagen rioolrechten voor de jaren 2001, 2002 en 2003. De belanghebbende, X B.V., had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen van respectievelijk € 79,41, € 86,20 en € 92,15 voor garagebox G1, gelegen aan de a-straat 119 te L. De directeur van de gemeente Groningen had de aanslagen gehandhaafd, waarop X B.V. in beroep ging bij het hof.

Tijdens de mondelinge behandeling op 10 november 2004 werd duidelijk dat de belanghebbende stelde dat G1 een kelder zonder rioolaansluiting was en geen garagebox. De directeur bevestigde later in een brief dat de aanslagen ten onrechte waren opgelegd, aangezien G1 inderdaad een kelder betrof. Het hof oordeelde dat de aanslagen niet terecht waren opgelegd en verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond.

Het hof vernietigde de eerdere uitspraken en de aanslagen voor de jaren 2001, 2002 en 2003. Tevens werd de directeur veroordeeld tot vergoeding van de kosten die de belanghebbende had gemaakt in verband met de behandeling van het beroep, en het door de belanghebbende betaalde griffierecht werd ook vergoed. De gemeente Groningen werd aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten diende te dragen. De uitspraak werd gedaan door mr. G.M. van der Meer, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Jong.

Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK
Kenmerk: BK 362/04 7 januari 2005
Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, zesde enkelvoudige belastingkamer, op het beroep van X B.V. te Z
(: de belanghebbende) tegen de uitspraak van de algemeen directeur van de Dienst Informatie en Administratie van de gemeente Groningen (: de directeur), gedaan op het bezwaarschrift van de belanghebbende tegen de haar opgelegde aanslagen rioolrechten voor de belastingjaren 2001, 2002 en 2003.
1. Ontstaan en loop van het geding.
1.1 Met dagtekening 31 oktober 2003 zijn aan de belanghebbende aanslagen rioolrechten opgelegd voor de jaren 2001, 2002 en 2003 van respectievelijk € 79,41, € 86,20 en € 92,15 voor garagebox G1 aan de a-straat 119 te L.
1.2 De belanghebbende heeft tegen deze aanslagen tijdig een
bezwaarschrift ingediend. Bij uitspraken van 27 april 2004 heeft de directeur de aanslagen gehandhaafd.
1.2 Het beroepschrift (met bijlagen) is op 29 april 2004 ter
griffie van het hof ingekomen. De directeur heeft op 13 oktober 2004 een verweerschrift (met bijlagen) ingediend.
1.2 De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaats-
gevonden op 10 november 2004 te Groningen. Aldaar waren aanwezig namens de belanghebbende de heer A, directeur, en mevrouw B, werkzaam bij belanghebbende. Namens de directeur waren aanwezig mevrouw C en mevrouw mr. drs. D.
1.2 Op de zitting heeft de vertegenwoordiger van de
belanghebbende een pleitnota voorgelezen en overgelegd. Daarbij heeft hij – gelet op het hierna onder 1.6 vermelde zonder bezwaar van de directeur - vijf bijlagen gevoegd.
1.2 Het hof heeft het onderzoek ter zitting geschorst om de
directeur in de gelegenheid te stellen schriftelijk te reageren op de in de zaken met BK-nummer 362/04 en 616/04 ter zitting overgelegde bijlagen.
1.7 Op 2 december 2004 heeft het hof de schriftelijke reactie van de directeur ontvangen. Na kennisneming van deze reactie heeft de belanghebbende zonder nadere inhoudelijke reactie het hof toestemming verleend om zonder nadere zitting op het beroep te beslissen. Van de directeur is deze toestemming op 14 december 2004 ontvangen.
1.8 Van alle genoemde (en hierna nog te noemen) stukken
moet de inhoud als hier ingevoegd worden beschouwd.
2. De feiten.
Op grond van de gedingstukken en het ter zitting verhandelde staat tussen de partijen als niet, dan wel onvoldoende weersproken het volgende vast.
2.1 De belanghebbende is voor de jaren 2001, 2002 en 2003 als eigenaar aangeslagen in de rioolrechten voor garagebox G1, a-straat 119 te L. Bij de bestreden uitspraken zijn deze aanslagen gehandhaafd.
2.2 Ter zitting heeft de belanghebbende gesteld dat G1 een kelder zonder rioolaansluiting betreft en geen garagebox.
2.3 De directeur heeft bij brief van 2 december 2004 aangegeven dat a-straat 119, G1, te L inderdaad een kelder betreft en geen garage, zodat de aanslagen over de jaren 2001, 2002 en 2003 ten onrechte zijn opgelegd.
3. De overwegingen omtrent het geschil.
Uit het hiervoor onder 2.2 en 2.3 vermelde volgt dat de aanslagen ten onrechte zijn opgelegd en dat het beroep van belanghebbende gegrond is.
4. De proceskosten
In de omstandigheden van het geval vindt het hof aanleiding op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht de directeur te veroordelen tot een tegemoetkoming in de kosten die de belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Het hof bepaalt deze kosten op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht op € 35,-- aan reiskosten en € 120,-- aan verletkosten. Deze kosten dienen te worden gedragen door de gemeente Groningen.
5. De beslissing
Het gerechtshof
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de uitspraken waarvan beroep;
vernietigt de aanslagen rioolrechten voor de jaren 2001, 2002 en 2003, opgelegd voor garagebox G1, a-straat 119 te L;
verstaat dat de directeur het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 273,-- aan haar vergoedt;
veroordeelt de directeur de kosten aan de belanghebbende te vergoeden die deze heeft moeten maken in verband met de behandeling van het beroep, te bepalen op € 155,-- en
wijst de gemeente Groningen aan als de rechtspersoon die deze kosten dient te dragen.
Gedaan op 7 januari 2005 door mr. G.M. van der Meer, raadsheer en lid van zesde enkelvoudige belastingkamer, en op die dag in het openbaar uitgesproken door voornoemde raadsheer in
tegenwoordigheid van mr. J. de Jong als griffier en ondertekend door voornoemde raadsheer en griffier.
Op 12 januari 2005 afschrift
aangetekend verzonden aan beide partijen.