Arrest d.d. 12 januari 2005
Rolnummer 0400110
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg: eiser,
hierna te noemen: [appellant],
procureur: mr P.H. Redeker,
Stichting Omrop Fryslân,
gevestigd te Leeuwarden,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: Omrop Fryslân,
procureur: mr V.M.J. Both.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis uitgesproken op 16 januari 2004 door de rechtbank Leeuwarden, sector kanton, locatie Leeuwarden, hierna te noemen de kantonrechter.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 19 februari 2004 is door [appellant] hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van Omrop Fryslân tegen de zitting van
10 maart 2004.
De conclusie van de memorie van grieven luidt:
"te vernietigen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden, sector kanton op 16 januari 2004 tussen partijen gewezen, en, opnieuw rechtdoende bij arrest:
- Te bepalen dat de afwijzing door Omrop Fryslân van het verzoek van [appellant] tot voortzetting van zijn dienstverband tot aan zijn 63-jarige leeftijd wordt tenietgedaan.
- Te bepalen dat het dienstverband tussen [appellant] en Omrop Fryslân met terugwerkende kracht vanaf 14 mei 2003 tot aan de dag waarop [appellant] de
63 jarige leeftijd bereikt, wordt voortgezet.
alsmede Omrop Fryslân te veroordelen tot:
- betaling van het loon van [appellant] alsmede de wettelijke rente en de wettelijke verhoging over dit loon conform artikel 7:625 BW met terugwerkende kracht vanaf
14 mei 2003.
- vergoeding van de door [appellant] gemaakte buitengerechtelijke kosten alsmede de wettelijke rente hierover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties."
Bij memorie van antwoord is door Omrop Fryslân verweer gevoerd met als conclusie:
"Omrop Fryslân concludeert tot bekrachtiging van het vonnis van de Rechtbank Leeuwarden, Sector Kanton, Locatie Leeuwarden, op 16 januari 2004 onder rolnummer 131987/CV EXPL 03-3480 tussen geïntimeerde als gedaagde en appellant als eiser gewezen, desnodig met verbetering van gronden waarop dat vonnis berust, dan wel tot niet-ontvankelijk verklaring, althans tot ontzegging aan appellant in respectievelijk van diens vorderingen en tot veroordeling van appellant in de proceskosten in beide instanties."
Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd en heeft het hof een dag bepaald voor het wijzen van arrest.
De grieven
[appellant] heeft vijf grieven opgeworpen.
De beoordeling
De vaststaande feiten:
1. Tegen de weergave van de vaststaande feiten in overweging 2 (2.1 tot en met 2.5) van het bestreden vonnis is geen grief opgeworpen, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan.
De vordering en beslissing in eerste aanleg:
2. [appellant] heeft als oorspronkelijk eiser gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. te bepalen dat de afwijzing door Omrop Fryslân van het verzoek van [appellant] tot voorzetting van zijn dienstverband tot aan zijn 63-jarige leeftijd wordt tenietgedaan;
b. te bepalen dat het dienstverband tussen [appellant] en Omrop Fryslân met terugwerkende kracht vanaf 14 mei 2003 tot aan de dag waarop [appellant] de 63-jarige leeftijd bereikt, wordt voortgezet;
alsmede Omrop Fryslân te veroordelen tot:
c. betaling van het loon van [appellant] alsmede de wettelijke rente en de wettelijke verhoging over dit loon conform art. 7:625 BW met terugwerkende kracht vanaf 14 mei 2003;
d. vergoeding van de door [appellant] gemaakte buitengerechtelijke kosten alsmede de wettelijke rente hierover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
met veroordeling van Omrop Fryslân in de kosten van het geding.
3. De kantonrechter heeft zich onbevoegd verklaard om van de vorderingen, als omschreven in r.o. 2 onder a en b, kennis te nemen alsmede [appellant] in de vorderingen, als omschreven in r.o. 2 onder c en d, niet-ontvankelijk verklaard.
Met betrekking tot de grieven:
4. Mede blijkens de toelichting erop richt zich grief 1 tegen de beslissing van de kantonrechter dat hij onbevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen, als omschreven in r.o. 2 onder a en b, aangezien art. 39 lid 5 van de op de arbeidsovereenkomst tussen partijen toepasselijke CAO voor het Omroeppersoneel, hierna te noemen de CAO, volgens de kantonrechter een arbitraal beding zou behelzen.
5. Gelet op de bewoordingen van de CAO, in het bijzonder die van art. 39 lid 5 van de CAO in samenhang met die van bijlage X (Reglement Begeleidingscommissie Flexibel Pensioen, hierna te noemen het reglement), welke bijlage blijkens genoemde CAO-bepaling van de CAO deel uitmaakt, is het hof, anders dan de kantonrechter, van oordeel dat te dezen niet van een arbitraal beding, maar van een bindend advies-beding sprake is. Zo wordt bijvoorbeeld in art. 1 van het reglement (prod. 1 bij memorie van grieven) als taak van de in genoemde CAO-bepaling bedoelde commissie omschreven: 'te adviseren over een beroep van de werknemer ingeval de werkgever overeenkomstig art. 39 lid 3 jo. art. 13 lid 3 van de CAO besluit het verzoek om voortzetting van de arbeidsovereenkomst na datum 60 jaar af te wijzen'. Voorts wordt in art. 1 van het reglement bepaald dat het advies voor de betrokken werkgever en werknemer bindend is.
6. Vorenbedoeld beding laat naar het oordeel van het hof in casu [appellant] vrij om niet (eerst) de in art. 39 lid 5 van de CAO omschreven weg te volgen, maar (aanstonds) de burgerlijke rechter te adiëren.
7. Grief 1 treft derhalve doel.
8. Gelet op het hiervoor overwogene, behoeven de overige grieven geen verdere behandeling. Om dezelfde redenen zal het hof aan het door [appellant] gedane bewijsaanbod voorbijgaan.
De slotsom
9. Het bestreden vonnis moet worden vernietigd. De kantonrechter zal alsnog bevoegd worden verklaard om van de vorderingen, als omschreven in r.o. 2 onder a en b kennis te nemen. Het hof zal de zaak naar de kantonrechter terugverwijzen ten einde de vorderingen van [appellant] als oorspronkelijk eiser, waaronder mede begrepen de vorderingen, als omschreven in r.o. 2 onder c en d, welke vorderingen in het verlengde liggen van de vorderingen, als omschreven in r.o. 2 onder a en b, te behandelen en daarop te beslissen.
10. Omrop Fryslân zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding in hoger beroep worden veroordeeld. Deze kosten zullen worden berekend naar tarief II van het liquidatietarief voor de hoven, zoals dat sedert 1 november 2004 geldt (1 pt. à Euro 894,--). Voor een veroordeling in de kosten van het geding in eerste aanleg is geen plaats, nu de zaak naar de kantonrechter zal worden terugverwezen.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep
verklaart de kantonrechter alsnog bevoegd om van de vorderingen, als omschreven in r.o. 1 onder a en b van het bestreden vonnis, kennis te nemen;
veroordeelt Omrop Fryslân in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die tot aan deze uitspraak aan de zijde van [appellant] op Euro 324,78 aan verschotten en Euro 894,-- aan salaris voor de procureur;
verwijst de zaak naar de kantonrechter te Leeuwarden ten einde de vorderingen van [appellant] als oorspronkelijk eiser te behandelen en daarop te beslissen.
Aldus gewezen door mrs Meijeringh, voorzitter, Zuidema en Breemhaar, raden, en uitgesproken door mr Streppel, vice-president, lid van een enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Haites-Verbeek als griffier ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 12 januari 2005.