ECLI:NL:GHLEE:2005:AS2303
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- Z. Zuidema
- J. Meijeringh
- A. Streppel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van bewijs in hoger beroep met betrekking tot verontreiniging en nieuwbouwplannen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een hoger beroep dat werd ingesteld door twee appellanten tegen een eerder vonnis. De zaak draaide om de beoordeling van bewijs met betrekking tot verontreiniging die de nieuwbouwplannen van de appellanten zou kunnen beïnvloeden. Het hof benadrukte dat volgens artikel 164 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de verklaring van een partij-getuige, op wie de bewijslast rust, geen bewijs kan opleveren zonder aanvullende sterke bewijzen die de geloofwaardigheid van die verklaring ondersteunen. De verklaring van appellant 1 werd in dit licht beoordeeld.
Tijdens de procedure werden verschillende getuigen gehoord, waaronder de echtgenote van appellant 1, een notaris en andere getuigen. De verklaringen van deze getuigen werden vastgelegd in processen-verbaal. Het hof constateerde dat de getuigenverklaringen niet voldoende waren om de stellingen van de appellanten te onderbouwen. Het hof oordeelde dat de getuigen niet bijdroegen aan het bewijs dat de verontreiniging aan de nieuwbouwplannen in de weg stond. De verklaringen werden als onvoldoende gemotiveerd en niet deskundig beschouwd.
Het hof concludeerde dat appellant 1 niet geslaagd was in de bewijsopdracht die hem was opgelegd in een eerder tussenarrest. Hierdoor werd de vordering van de appellanten afgewezen. Het hof bekrachtigde het vonnis waarvan beroep en veroordeelde de appellanten in de kosten van het geding in hoger beroep, die werden begroot op een totaalbedrag van Euro 986,80 aan verschotten en Euro 4.917,-- aan salaris voor de procureur. Het arrest werd uitgesproken op 12 januari 2005.