ECLI:NL:GHLEE:2005:AS3239
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag verontreinigingsheffing 2003
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 14 januari 2005, staat de vraag centraal of de aanslag verontreinigingsheffing 2003 naar een juiste grondslag is opgelegd aan de belanghebbende, die in Duitsland woont. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die was opgelegd op basis van een forfaitaire grondslag van drie vervuilingseenheden. Het hoofd van de afdeling Heffingen van het Wetterskip Fryslân handhaafde deze aanslag in een eerdere uitspraak op 13 november 2003. De belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 2 december 2003 bij het hof is ingediend.
Tijdens de mondelinge behandeling op 6 december 2004 zijn beide partijen verschenen. Het hof heeft de standpunten van partijen gehoord en de gedingstukken bestudeerd. De belanghebbende stelde dat hij als alleenwonende in de woning aan de a-vaart 16 te L slechts gedurende drie à vier maanden per jaar woont, terwijl de woning de rest van het jaar leegstaat. Het hof heeft vastgesteld dat de belanghebbende in aanmerking komt voor een lagere vervuilingwaarde van één vervuilingseenheid, in plaats van de opgelegde drie vervuilingseenheden.
Het hof heeft geoordeeld dat de verordening en de relevante wetgeving geen voorwaarde stellen dat inschrijving in de Gemeentelijke Basis Administratie noodzakelijk is voor het verkrijgen van de lagere vervuilingwaarde. Gelet op deze overwegingen heeft het hof het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard, de bestreden uitspraak vernietigd en de aanslag verontreinigingsheffing 2003 verminderd tot € 48,24. Tevens is het hoofd veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de belanghebbende en is het Wetterskip Fryslân aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moet dragen. De uitspraak is op 19 januari 2005 aangetekend verzonden aan beide partijen.