ECLI:NL:GHLEE:2005:AS3945
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- prof. mr. E. Aardema
- Rechtspraak.nl
Schenking en afstand van zakelijke rechten door ouders aan belanghebbende
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, staat de vraag centraal of de afstand van zakelijke rechten door de ouders van de belanghebbende aan haar kan worden aangemerkt als een schenking. De belanghebbende ontving op 26 februari 2003 een aanslag schenkingsrecht van ƒ 13.021,--, welke aanslag door de inspecteur werd gehandhaafd na bezwaar. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 september 2004, waarna het hof op 1 oktober 2004 een voorlopige uitspraak deed. De ouders van de belanghebbende hadden in 1991 de blote eigendom van een onroerende zaak aan haar overgedragen, met voorbehoud van zakelijke rechten van gebruik en bewoning. In 2000, na opname van de ouders in zorginstellingen, werd besloten de onroerende zaak te verkopen. De ouders deden bij akte afstand van hun zakelijke rechten ten behoeve van de belanghebbende, maar de inspecteur stelde dat dit een schenking betrof. Het hof oordeelde dat de inspecteur niet voldoende bewijs had geleverd voor de aanwezigheid van de wil tot bevoordelen bij de ouders, wat essentieel is voor het aannemen van een schenking. Het hof vernietigde de aanslag schenkingsrecht, oordeelde dat er geen schenking was gedaan en veroordeelde de inspecteur tot vergoeding van de proceskosten aan de belanghebbende.