ECLI:NL:GHLEE:2005:AS8379
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.M. van der Meer
- K. de Jong-Braaksma
- Rechtspraak.nl
Inkomstenbelasting en premieheffing AOW bij afkoop pensioenrechten
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof te Leeuwarden, staat de vraag centraal of het bedrag dat belanghebbende in 2001 heeft ontvangen wegens de afkoop van pensioenrechten moet worden betrokken in de premieheffing voor de AOW. Belanghebbende, die op 31 oktober 2001 65 jaar werd, ontving een uitkering op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW) en had daarnaast loon uit vroegere arbeid. De inspecteur van de Belastingdienst had belanghebbende aangeslagen voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PV) over het jaar 2001, waarbij het afkoopbedrag van de pensioenrechten in de premieheffing voor de AOW was betrokken.
Belanghebbende stelde dat de afkoopsommen een bijzonder karakter hebben en daarom buiten de heffing van AOW-premie zouden moeten vallen. De inspecteur daarentegen verdedigde de aanslag en het toegepaste premiepercentage. Het hof oordeelde dat de wetgeving, met name de Wet financiering volksverzekeringen, geen ruimte biedt voor de opvatting van belanghebbende. De wet bepaalt dat het premie-inkomen van de premieplichtige de basis vormt voor de heffing van AOW-premie, en dat de afkoopsommen in het jaar van ontvangst volledig in de premieheffing moeten worden betrokken.
Het hof concludeerde dat de argumenten van belanghebbende niet opgingen, aangezien de wetgeving geen uitzonderingen kent voor bijzondere baten zoals afkoopsommen. De uitspraak van de inspecteur werd gehandhaafd, en het hof verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd op 2 maart 2005 aangetekend verzonden aan beide partijen.