ECLI:NL:GHLEE:2005:AT4443
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Streppel
- J. Verschuur
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van N.V. NOM Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij tegen vonnis rechtbank Groningen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van N.V. NOM Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij (hierna: NOM) tegen een vonnis van de rechtbank Groningen, gewezen op 28 april 2004. In eerste aanleg had de rechtbank zich onbevoegd verklaard om van de vordering van NOM kennis te nemen en de zaak verwezen naar de rechtbank Groningen. NOM heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar heeft geen grieven ontwikkeld tegen het vonnis waarvan beroep, dat betrekking had op de geïntimeerden. Het Gerechtshof Leeuwarden heeft op 20 april 2005 geoordeeld dat het vonnis van de rechtbank Groningen niet in strijd is met het recht of de openbare orde. Daarom heeft het hof NOM niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep ten aanzien van de geïntimeerden. Het hof heeft tevens beslist dat NOM in de kosten van de procedure in hoger beroep wordt veroordeeld, met een specificatie van de kosten voor de procureur en verschotten. De uitspraak is gedaan door een kamer van het hof, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing hebben genomen en de griffier de uitspraak heeft vastgelegd. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de voorwaarden voor ontvankelijkheid in hoger beroep verduidelijkt, vooral in gevallen waar geen grieven zijn ontwikkeld.