2. De feiten.
2.1 Blijkens de gedingstukken en op grond van het verhandelde ter zitting staat als onbetwist, dan wel onvoldoende betwist, tussen partijen het volgende vast:
2.2 Belanghebbende en zijn echtgenote hebben in 1996 in Z een pand gekocht. Dit pand bestaat uit drie delen, een voormalige supermarkt, een pizzeria en een woongedeelte.
2.3 Belanghebbende ontving in de onderhavige jaren een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Voorzover in de onderhavige jaren sprake was van een onderneming werd deze gedreven op naam van de echtgenote van belanghebbende.
2.4 Belanghebbende heeft, voorzover thans van belang, over de jaren 1999 en 2000 een hoger persoonlijk inkomen in zijn aangifte Inkomstenbelasting opgegeven dan zijn echtgenote, op grond waarvan aan belanghebbende de niet persoonlijke inkomensbestanddelen zijn toegerekend. Op de aangiften van de echtgenote over de jaren 1998 tot en met 2000 zijn door de inspecteur diverse correcties aangebracht. Deze correcties hebben geleid tot een hoger persoonlijk inkomen van de echtgenote in relatie tot het inkomen van belanghebbende. Deze gewijzigde verhouding van persoonlijke inkomens heeft ertoe geleid dat de inspecteur de hiervoor bedoelde inkomensbestanddelen bij belanghebbende heeft gecorrigeerd.
2.5 Aanslagregeling 1999
Aan belanghebbende is met dagtekening 13 november 2002 een definitieve aanslag IB/PV over het jaar 1999 opgelegd. Hierbij zijn correcties aangebracht ter grootte van ƒ 3.081,-- en het inkomen is vastgesteld als volgt:
Aangegeven belastbaar inkomen ƒ 27.435,--
Aan echtgenote toegerekende inkomens-
Bestanddelen (hoger pers. Inkomen) ƒ 3.081,--
Vastgesteld inkomen ƒ 30.516,--
Bij de aanslag is tevens een boete ter grootte van ƒ 250,--, wegens het niet tijdig doen van aangifte, opgelegd.
2.6 Aanslagregeling 2000.
Met dagtekening 13 november 2002 is aan belanghebbende een definitieve aanslag IB/PV over het jaar 2000 opgelegd. Hierbij zijn correcties aangebracht ter grootte van
ƒ 6.979,-- zodat het inkomen is vastgesteld op:
Aangegeven belastbaar inkomen ƒ 24.583,--
Aan echtgenote toegerekende inkomens-
Bestanddelen (hoger pers. Inkomen) ƒ 6.979,--
Vastgesteld inkomen ƒ 31.562,--
2.7 Aanslagregeling 2001.
Aan belanghebbende is met dagtekening 7 maart 2003 een definitieve aanslag IB/PV over het jaar 2001 opgelegd. Hierbij is de aangifte gevolgd en het stipinkomen vastgesteld op
€ 15.955,--. Bij de aanslag is tevens een boete ter grootte van
€ 68,--, wegens het niet tijdig doen van aangifte, opgelegd.
2.8 De aangifte over 1999 is buiten de daarvoor gestelde termijn van artikel 9 Algemene Wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) ingediend. De termijn die in de aanmaning was opgenomen voor indiening van de aangifte verliep op 8 september 2000. De aangifte is op 3 oktober 2000 door de Belastingdienst ontvangen.
2.9 Voor indiening van het aangiftebiljet over 2001 was uitstel verleend tot 1 juli 2002. Op 12 juli 2002 is er een aanmaning verzonden. In de aanmaning is vermeld dat de aangifte binnen 10 werkdagen moest zijn ingediend. De aangifte is op 7 augustus 2002 ingediend.