7. De vraag is dan of - in het licht van art. 6:168 BW - thans kan worden gevergd van de gemeente om een gescheiden rioolstelsel aan te leggen; daartoe zou toewijzing van het primair gevorderde verbod immers leiden. Bij de beantwoording van die vraag is van belang dat de rechter terzake een belangenafweging dient te maken, tussen enerzijds de bij het geval betrokken persoonlijke belangen van betrokkene, en anderzijds de betrokken belangen van maatschappelijke aard. De rechter mag daarbij grote betekenis toekennen aan de vraag of de aangesprokene bereid en in staat is de schade voor zijn rekening te nemen (PG Boek 6, p. 671). Tegen deze achtergrond overweegt het hof het volgende.
7.1. Fortissimo heeft niets gesteld over eventuele schade aan de haar in eigendom toebehorende zandwinput, doch heeft volstaan met de stelling dat inbreuk wordt gemaakt op haar eigendomsrecht. Ook daarnaar ten pleidooie gevraagd, heeft zij geen nader inzicht gegeven in haar belangen bij beëindiging van de overstort, anders dan het in algemene zin beschikken over een ongestoord eigendomsrecht. Over overlast of hinder is niets concreets gesteld. Het enige dat naar voren is gebracht is dat de plas thans niet geschikt is als zwemwater. Door Fortissimo is echter niet gemotiveerd weersproken dat de plas thans ook niet, anders dan hoogst incidenteel, als zwemplas gebruikt wordt, en ook nauwelijks bereikbaar is (Fortissimo is geen eigenaar van de omliggende gronden), terwijl Fortissimo ook niet gesteld heeft dat zij het voornemen heeft de zandwinput te gebruiken als zwemwater.
Van specifieke materiële of immateriële belangen van Fortissimo bij beëindiging van de huidige overstort is derhalve niets gebleken.
7.2. Voorts staat vast dat de gemeente zich bereid heeft verklaard tot vergoeding van de eventuele schade die Fortissimo leidt door het gebruik van de overstort. Weliswaar heeft de gemeente geweigerd een algehele vrijwaring voor aanspraken van derden aan Fortissimo te verstrekken, zoals door Fortissimo is verzocht - overigens door haar niet expliciet gevorderd in deze procedure -, doch gelet op het in algemene termen gedane aanbod van de gemeente tot het vergoeden van de schade van Fortissimo, moet dat aanbod naar 's hofs oordeel toereikend worden geoordeeld. Door Fortissimo is ook niets concreets gesteld over aanspraken van derden waarmee zij geconfronteerd is of vreest te worden, in verband waarmee de gemeente níet bereid zou zijn eventuele schade te vergoeden. Opgemerkt zij nog dat niet in geding is dat de gemeente ook in staat is de schade voor haar rekening te nemen.
7.3. Hiertegenover staat het maatschappelijk belang dat de gemeente zelf kan bepalen waaraan zij de haar ter beschikking gestelde algemene middelen besteedt, en niet gedwongen wordt aanzienlijke investeringen te plegen met het oog op de belangen van één particulier.
7.4. In dit verband is door de gemeente ook nog aangevoerd dat een zwaarwegend maatschappelijk belang ook gelegen is in 'consequenties voor het gehele rioleringsstelsel', dat daardoor op losse schroeven komt te staan, doch het hof acht deze stelling in onvoldoende mate feitelijk onderbouwd, zodat het daaraan voorbij zal gaan. Ook zal het hof voorbij gaan aan de stelling van de gemeente, voor het eerst ingenomen in haar laatstgenomen akte, dat zij binnenkort eigenaar wordt van (het grootste deel van) de zandwinput, nu die stelling door Fortissimo, als huidige eigenaar, is betwist zodat niet duidelijk is geworden dat de betreffende stelling een deugdelijke grondslag heeft.
7.5. Alles afwegend - waarbij uiteraard als uitgangspunt geldt dat de gemeente onrechtmatig handelt - is het hof van oordeel dat het onder 7.3.weergegeven belang in het onderhavige geval, gelet op de belangen die van de zijde van Fortissimo aan de orde zijn, billijkt dat het gevorderde verbod wordt afgewezen. Van de gemeente kan derhalve niet worden gevergd om een zeer ingrijpend werk, met daaraan verbonden een kostenpost van ruim Euro 3 miljoen, als de aanleg van gescheiden rioolstelsel thans te realiseren.
7.6. Volledigheidshalve overweegt het hof nog dat voor de eerder, bij r.o. 3 en 4 besproken alternatieven, voor zover toch zou moeten worden aangenomen dat zij een reëel alternatief bieden, ook geldt dat zij afstuiten op zwaarwegende maatschappelijke belangen, waar zij de belangen van aanzienlijke aantallen omwonenden schaden.
7.7. Op het voorgaande stuit de primaire verbodsvordering van Fortissimo (inclusief de gewijzigde versie daarvan, MvA punt 13) af, waarmee grief IV slaagt.